Student

Kijken naar bonobo’s

Twee winterseizoenen lang observeerde bachelorstudent Manon Römkens het gedrag van de bonobo’s in dierenpark Apenheul. Wat begon als een vrijwillige stage, groeide uit tot haar bachelorthesis. En ze is nog lang niet uitgekeken. ‘De lach van een bonobo is het mooiste dat er is.’

Bonobomannetje Bolombo. © Fabienne Voncken

Elke zaterdag en zondag ging om zes uur ’s ochtends de wekker. Na twee uur reizen met de bus begon het grote observeren. Pen en papier op schoot, stopwatch in de hand en kijken maar. Manon Römkens (26) vulde twee winterseizoenen lang haar weekenden met een vrijwillige stage bij dierenpark Apenheul in Apeldoorn. De bachelorstudent biologie onderzocht stereotiep gedrag bij de twaalfkoppige kolonie bonobo’s. ‘Om vier uur ’s middags kwamen de dierverzorgers naar mij toe om te zeggen dat het toch écht weer tijd was om te gaan.’

Rare standjes

Bonobo’s staan bekend om hun rijke seksleven. Ze doen het niet alleen voor de voortplanting, maar ook om sociale relaties te versterken of conflicten op te lossen. In Apenheul houden de dieren deze reputatie hoog, vertelt Römkens. ‘De eerste week wist ik echt niet wat mij overkwam. Mannetjes met mannetjes. Mannetjes met vrouwtjes. Vrouwtjes met vrouwtjes. Altijd weer op een andere manier ook, daar kunnen wij mensen nog inspiratie van opdoen. En de jonkies gaan er gewoon tussen zitten, om het te leren.’

Niet alle bezoekers waarderen het om te worden geconfronteerd met de fratsen van hun verre verwanten. ‘Een keer hoorde ik een jongen aan zijn moeder vragen wat die apen aan het doen waren. De moeder bleef stug volhouden dat ze geen flauw idee had, zoiets had ze zelf nog nóóit gedaan. Kom op zeg.’

Manon Römkens in de Apenheul.

Wie bekijkt wie?

De aantrekkingskracht van bonobo’s zit volgens Römkens in hun overeenkomst met mensen. Samen met chimpansees zijn deze mensapen het nauwst aan ons gerelateerd. ‘Als je ze in de ogen kijkt, dan herken je jezelf. Ze hebben ieder hun unieke persoonlijkheid. Wanneer de peuters samen speelden of wanneer een moeder haar baby kuste, dan zag ik ze lachen. Echt het mooiste dat er is. Als er veel bezoekers zijn, dan staan sommige apen terug te loeren naar de mensen. Soms vroeg ik me af: wie bekijkt wie?’

Na twee maanden begonnen de apen Römkens te herkennen. ‘Als ik op de vloer trommelde – nooit tegen het raam bonken! – dan kwamen de peuters op mij af en renden we heen en weer langs het raam. Net tikkertje.’ De band die ze opbouwde met de dieren maakte het een uitdaging om objectief te blijven. Van haar begeleider in Apenheul leerde ze om te kijken door een wetenschappelijke bril. ‘Als ik het gevoel had dat een aap neerslachtig was, dan bleef hij doorvragen op welke observaties ik dat baseerde. Ik realiseer mij nu hoe lastig het is om harde conclusies te trekken over dierenwelzijn.’

Stereotiep gedrag

Tijdens haar observaties keek Römkens naar de frequentie en duur van stereotiep gedrag. Gedrag is stereotiep als er herhaling in zit en het geen duidelijke functie lijkt te hebben. Het kan ontstaan door spanningen of frustraties wanneer dieren niet onder natuurlijke omstandigheden leven. Sommige bonobo’s in Apenheul plukken bijvoorbeeld haren uit hun vacht. ‘Het haarplukken bij de apen zou een teken van spanning kunnen zijn. Een andere mogelijkheid is dat één dier er ooit mee is begonnen en dat de rest van de kolonie het heeft nageaapt.’

Römkens vergeleek het gedrag van de dieren binnen twee delen van het winterverblijf. ‘In het kleinere deel van het verblijf dacht ik te zien dat het haarplukken toenam. En de dieren gingen meer vlooien; dat is mogelijk een strategie om spanning te verlagen.’ Helaas zijn haar waarnemingen niet significant genoeg om een heldere conclusie te trekken. Wel mocht ze het onderzoek mee laten tellen in haar studie als capita selecta en heeft ze de resultaten gebruikt voor haar bachelorthesis. ‘Mijn begeleider in Apenheul had aangeraden om daarnaar te vragen bij WUR. Echt top dat ik studiepunten heb gekregen voor mijn vrijwillige stage.’

Ik weet nu hoe lastig het is om harde conclusies te trekken over dierenwelzijn

Manon Römkens

De stagiaires bij Apenheul doen niet alleen onderzoek, maar houden ook een oogje in het zeil. ‘Er kan altijd iets misgaan binnen de groep. Het is dan belangrijk om op tijd de dierverzorgers in te schakelen. Het winterverblijf van de bonobo’s is bijvoorbeeld opgedeeld in twee delen, omdat er te veel spanningen ontstonden tussen het alfavrouwtje en een mannetje dat moeite heeft met haar autoriteit. De keerzijde is wel dat de groep soms wordt gesplitst.’ Een andere kwestie is de verrijking van het verblijf. ‘Op mijn advies hebben de dierverzorgers een extra blok opgehangen om eten in te verstoppen. Maar te veel verrijking werkt juist averechts, omdat het de strijd om dit soort objecten verhoogt. De verzorgers maken continu dit soort afwegingen.’

Bedreigd

Apenheul is terughoudend met publiciteit over Römkens’ onderzoek naar stereotiep gedrag. Ze begrijpt dat wel: ‘Bezoekers hebben na één dag meteen hun oordeel klaar. Zelf ben ik heel voorzichtig met het vormen van een mening. Dierentuinen zitten met een lastig dilemma. Ze doen mee aan fokprogramma’s om bedreigde diersoorten te redden, maar meer dieren houden betekent vaak dat er minder ruimte is per dier.’ Römkens zou de apen het liefst zien in hun natuurlijke omgeving, maar beschouwt fokprogramma’s als noodzaak. In het wild komen bonobo’s alleen voor in de bosgebieden van Congo. Door stroperij en verlies van leefgebied is de soort met uitsterven bedreigd.

Römkens is vastberaden om het niet zo ver te laten komen. In de toekomst wil ze verder gaan met gedragsonderzoek bij mensapen. Daarnaast is ze vrijwilliger bij het Wereld Natuur Fonds. Ze probeert haar boodschap op een positieve manier te brengen. ‘Ik denk dat er veel winst te behalen valt door interesse te wekken. Het zijn zulke hilarische dieren. Ze lijken sprekend op ons. Hoe kun je ze nou niet leuk vinden?’

Bekijk de video van Manon Römkens

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.