Wageningen University & Research en de drie technische universiteiten kunnen de groei van het aantal studenten niet meer aan. Dat zeggen ze zelf al een tijdje. Daarom overwegen ze voor sommige opleidingen een numerus fixus in te stellen: ze hebben niet genoeg geld om iedereen goed op te leiden.
Minister Bussemaker bestreed deze claim en vond het ook niet zo erg als een universiteit tijdelijk een studentenstop instelde bij een drukke opleiding. Dan konden studenten toch nog bij andere technische opleidingen terecht?
Maar daar kijkt de Tweede Kamer anders tegenaan. We kunnen moeilijk jarenlang proberen jongeren voor techniek te interesseren om ze dan aan de poort te weigeren, is de gedachte. Dus moet de regering volgens een motie van VVD en CDA samen met de technische universiteiten de knelpunten inventariseren en tot een oplossing komen.
Duidelijk signaal
Woordvoerder Simon Vink van Wageningen University & Research is blij met het duidelijke signaal van de Tweede Kamer. Volgens hem is een numerus fixus alleen een lapmiddel. ‘Het liefst hebben we helemaal geen studentenstop. Maar zoals de zaken nu ervoor staan, hebben we geen keus. Als Wageningen hebben we al eerder gezegd dat het echte probleem ligt bij de financiering van de groei vanuit Den Haag. Er moet geld bij als we numerus fixi hier willen voorkomen.’
De Tweede Kamer wil ook dat een onafhankelijk onderzoek komt naar de bekostiging van alle universiteiten. Want misschien krijgen de technische universiteiten inderdaad te weinig geld vergeleken met de andere instellingen. Die andere universiteiten ontkennen dat overigens. Volgens hen kampen meer universitaire opleidingen met problemen door de toegenomen aantallen studenten. Niet alleen de technische universiteiten zouden hier last van hebben.
In het voorjaar moet de minister de Kamer informeren over haar oplossing voor de fixus en het onderzoek naar de bekostiging van universiteiten.