Organisatie - 5 juni 2008
Jaap van Tuyl

Als student kwam Jaap naar Wageningen voor een studie Plantenziektekunde, en hij is nooit meer weggegaan. ‘Ik veredel siergewassen zoals lelies, tulpen, hortensia’s, narcissen, irissen en callalelies’, vertelt de onderzoeker. ‘We maken andere kleuren, en zorgen dat ze resistent worden tegen ziektes zoals fusariumrot.’
Tienduizend lelierassen bestaan er. De kas op Wageningen Campus is de kraamkamer van de wereld. Jaap kent deze kinders vrijwel allemaal bij naam. Het meest trots is hij op ‘het kasteel van onderzoek’ dat hij heeft opgebouwd. Wat de mooiste lelies is kan hij niet zeggen. ‘Ik kan er zo tien aanwijzen. Mooi zijn hun geur en uitstraling. Ze zijn groot en maken indruk. Met één tak heb je al een bos in huis.’
Het meeste werk doen Jaap en zijn collega’s in het lab. Ze kweken onvolgroeide zaadjes die het in de natuur niet zouden redden in vitro op, en manipuleren ze zo dat ze ook weer vruchtbaar worden. Veel onderzoek wordt betaald door veredelingsbedrijven. ‘Wij ontwikkelen lelies die veredelingsbedrijven vervolgens verder ontwikkelen tot rassen.’
Een jaar of tien geleden is een bol van Jaap voor 300 duizend euro verkocht: de eerste roze trompetlelie (Longiflorum), uit een soortkruising die tetraploid gemaakt werd en teruggekruist met de witte tromper. ‘Van de opbrengst kon ik weer een tijdje onderzoek doen.’
Jaap begeleidt momenteel ook zeven studenten, drie PhD’ers en vier MSc- en bachelor studenten. Vijf van hen komen uit China, waar de lelie één van de belangrijkste snijbloemen is. Het begeleiden van buitenlandse studenten is leuk maar niet makkelijk, vindt Jaap. ‘Ze zijn soms moeilijk te doorgronden.’