Wetenschap
Nieuws

Is er een eredoctor in de zaal?

Drie wetenschappers krijgen tijdens de dies natalis een eredoctoraat. Resource zocht uit waarom deze drie en waarom de universiteit meedoet aan deze traditie.Door Rob Ramaker en Roelof Kleis

Balkenende kreeg er ooit één, net als Koningin Beatrix en Harry Mulisch. De Dalai Lama en Nelson Mandela kregen er zelfs meer dan vijftig. Margaret Thatcher werd juist opzichtig genegeerd door haar alma mater Oxford University. Had ze maar niet moeten bezuinigen op het hoger onderwijs. Waar we het over hebben? Eredoctoraten. Traditiegetrouw deelt Wageningen Universiteit tijdens het lustrum, dit jaar op 15 maart, drie van zulke onderscheidingen uit; aan topwetenschappers Graham Farquhar, Richard Lenski en Brian Staskawicz. Het zoeken naar eredoctoren begint in de zomer van 2012. Wageningse hoogleraren ontvangen een oproep van rector magnificus Martin Kropff om kandidaten te nomineren. ‘Tijdens onze stafvergadering bedacht iemand dat we Richard Lenski wel konden voordragen,’ vertelt Arjan de Visser, universitair hoofddocent bij Erfelijkheidsleer. ‘En of ik dat zou kunnen doen. Ik was immers postdoc bij hem geweest.’ De Visser vindt de nominatie een goed idee. Hij vindt Lenski een inspirerende wetenschapper. Om hem mee te laten dingen, schrijft De Visser een wervende aanbevelingsbrief. Deze gaat, met handtekeningen van bewonderaars als Louise Vet en Willem de Vos, naar de rector. De universiteit stelt twee duidelijke eisen aan eredoctoren die De Visser met zijn brief moet onderbouwen. Wetenschappers moeten een ‘onbetwistbare’ reputatie hebben en een link met de missie van de universiteit. ‘Dat eerste zat wel goed bij Lenski,’ vertelt De Visser. ‘Ik schrok weer van zijn cv. Zo heeft hij 38 publicaties in Nature en Science.’ Bovendien leidt de bioloog een instituut dat fundamentele wetenschap vertaalt naar praktische problemen: typisch Wagenings.

Feest zonder feestvarken

Ook pragmatischer overwegingen spelen een rol bij het kiezen van eredoctoren, vertelt Paul Struik, erepromotor van plantenwetenschapper Farquhar. ‘Je zoekt iemand die én het verdient én het waarschijnlijk leuk vindt er een te krijgen. Hij moet niet al kunnen kwartetten met zijn eredoctoraten.’ Als iemand eenmaal gekozen is, wordt natuurlijk eerst gecheckt of iemand het eerbewijs kan en wil ophalen. Niets zo vervelend immers als een feest zonder feestvarken. Tot die tijd is er richting de uitverkorenen – officieel althans – absolute geheimhouding. De universiteit kiest er verder bewust voor om alleen wetenschappers in aanmerking te laten komen, legt rector Kropff uit. ‘Voor andere prestaties hebben we andere prijzen. De zilveren legpenning bijvoorbeeld, die Kofi Annan een paar jaar terug heeft gekregen.’ Behalve De Visser en Struik sturen dit keer nog vijf anderen een voorstel in. De kandidaten zijn allen man. Kropff moet desgevraagd het antwoord schuldig blijven wie de laatste vrouw is die in Wageningen een eredoctoraat kreeg. Een verklaring voor het magere aandeel vrouwen ligt voor de hand. ‘Er zijn relatief weinig vrouwen op onze domeinen hoogleraar. Maar dat gaat veranderen.’ De zeven kandidaten belanden bij een commissie van vijf hoogleraren uit alle domeinen van de universiteit. Voorzitter is Just Vlak, emeritus hoogleraar Virologie. In de ‘achterkamertjes’, zo grapt Vlak, beslist zijn commissie wie recht heeft op een eredoctoraat. ‘Wij beoordeelden de voorgedragen wetenschappers in een aantal categorieën. Stel het je voor als een tabel waarbij wetenschappers per categorie een aantal kruisjes krijgen.’ De commissie streeft hierbij naar objectiviteit, maar we moeten het ons ook weer niet als een ‘mathematische exercitie’ voorstellen, zegt Vlak. Volgens hem was het keuzeproces dit keer in elk geval niet zo moeilijk. ‘Er kwamen duidelijk drie mensen bovendrijven.’ Dit drietal werd meteen goedgekeurd door de raad van bestuur, die officieel de voordracht doet aan het College voor Promoties.

Very honoured

Op 15 maart krijgen de drie hun eredoctoraat, waarna Staskawicz namens alle drie een kort dankwoord spreekt. Meer tijd is er niet tijdens de ceremonie. Al geven ze ‘s ochtends wel een masterclass. Het lijkt allemaal wel heel veel moeite voor zo’n kort moment, maar toch heeft de universiteit genoeg redenen mee te doen aan de traditie, zegt Kropff. ‘Een eredoctoraat geeft je feest extra luister. Het is een eerbetoon aan de wetenschap. Het is daarnaast zo dat je via zo’n doctoraat mensen aan je universiteit bindt. Het zijn ambassadeurs en visitekaartjes van Wageningen. Ze zetten het op hun cv en zijn er trots op. Soms zie je dat ze het echt uitdragen. Een eredoctoraat levert ook samenwerking op. Studenten gaan er bijvoorbeeld stage lopen.’ Ook voor de erepromotors is het interessant een topwetenschapper op bezoek te krijgen. In hun dagen in Wageningen geven de gasten lezingen en wordt er driftig genetwerkt. Erepromotor Paul Struik vertelt bijvoorbeeld dat zijn promovendi ‘met de billen bloot moeten’. Allemaal presenteren ze hun lopende onderzoek aan Graham Farquhar die commentaar levert. De Visser organiseert een speciaal symposium ter ere van Lenski en Pierre de Wit haalt Staskawicz later dit jaar op sabbatical naar Wageningen. Voor de eredoctoren is de bul vooral een persoonlijke erkenning. Ze zijn niet verbonden aan de universiteit, krijgen geen rechten en plichten of zelfs maar een titel die ze mogen voeren. Toch komen ze hem allemaal graag ophalen. ‘Very honoured’ zijn ze, ‘thrilled’ en ‘touched’. Wetenschappers zijn ook maar gewoon mensen.

De Eredoctoren in een notendop

Graham Farquhar, distinguished professor aan Australian National University Meteorologie, gewasfysiologie, plantenwetenschap. Bekend werd hij vooral door zijn plantenonderzoek naar waterefficiëntie en fotosynthese, het proces waarmee planten energie uit zonlicht vastleggen. Hij onderzocht vooral de link tussen fotosynthese en klimaatverandering en zat in het klimaatpanel IPCC. ‘Zijn kracht is dat hij fundamentele inzichten kan toepassen op mondiale processen,’ vertelt erepromotor Paul Struik, hoogleraar Gewasfysiologie. Farquhar kreeg in 2006 al een eredoctoraat van de universiteit Antwerpen. Richard Lenski, hoogleraar Microbiële ecologie aan Michigan State University Evolutie in een reageerbuis: dat is het werkterrein van Lenski. Al 25 jaar volgt hij in ongekend detail de evolutie van twaalf bacteriestammen. ‘Hij was de eerste die én zulke gedetailleerde data had én theoretisch heel goed op de hoogte was,’ vertelt Arjan de Visser, uit de leerstoelgroep Erfelijkheidsleer van erepromotor Bas Zwaan. Dankzij zijn beroemde experiment communiceert hij veel over wetenschap met het algemene publiek. Dit is Lenski’s eerste eredoctoraat. Brian Staskawicz, hoogleraar Plantenbiologie en Microbiologie aan de University of California Staskawicz is een pionier van de wapenwedloop tussen ziekmakende bacteriën en hun prooiplanten. Zo ontdekte hij als eerste een bacterieel ‘aanvals-gen’. Dit gen bevat de informatie voor een eiwit dat helpt planten aan te vallen. ‘Voor Wageningers is zijn onderzoek interessant omdat het bijvoorbeeld zoekt naar biologische resistentie in planten in plaats van chemische afweer’, vertelt erepromotor Pierre de Wit. Op Staskawicz’ cv prijkt nog geen ander eredoctoraat.

Wie gingen hen voor?

2008 David Baulcombe (VK), Plantwetenschapper, Cambridge University Daniel Pauly, (Fr), Visserijwetenschapper, University of British Columbia

2003 Walter Willet (VS), Voedingswetenschapper, Harvard University Robert McNeill Alexander (VK), Zoöloog, University of Leeds Richard Leakey (Ken), Paleoantropoloog, Stony Brook University

2000 Partha Dasgupta (Ind), Economie, Cambridge University Per Pinstrup-Andersen (Den), Landbouweconoom, Cornell University en Universiteit Kopenhagen Nevin Scirmshaw (VS), Voedingswetenschapper, MIT, overleden in februari 2013

1998 Gene Likens (VS), Ecoloog, o.a. Yale University, Rutgers University Chris Somerville (VS), Hoogleraar alternatieve energie, University of California

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.