Student - 19 november 2009
Inbhir Nis
Ik zit in een Schots cafeetje. Geïnteresseerd kijk ik toe hoe een ongelooflijk lange ober verderop een smakelijk kippetje serveert. 'Moet ik ook beoordelingformulieren invullen?', vraagt David, mijn Schotse stagebegeleider.

Hier in in Schotland zijn ze blijkbaar niet zo met hun merkenbeleid bezig. Langs de kant van de weg zie ik overal tweetalige borden staan. Boven de Schots/Gaelische plaatsnaam en onder de Engelse variant. Inverness - mijn huidige woonplaats - is in het Keltisch Inbhir Nis en het monstermeer van Loch Ness wordt - niet zo schokkend - Loch Niss. Ongelooflijk. Hoeveel toeristen zou Schotland wel niet mislopen door zulke rare fratsen? En ik zou ongetwijfeld een ander stageadres hebben gekozen als ik vooraf wist hoe moeilijk Inbhir Nis uit te spreken is.
Nog onbegrijpelijker wordt het als ik tijdens een middagje vogels kijken hoor welke kansen ze daar nog meer laten schieten. Tegen een Nederlands ingenieursadvies in hebben ze het meer waar ik naar kijk - de entree van Inverness - niet drooggelegd. Daar gaat de mogelijkheid van een grootstedelijke entree.
Gelukkig is Wageningen UR wel met een stevige langetermijnvisie bezig. Eén organisatie heeft één naam. Een arboretum of landgoed onderhoud je alleen als het nu interessant is. Dat is tenminste efficiënt denken. Zonde zeg, die Schotse cultuur. Alsof een toerist voor één of ander meer naar Schotland zou komen. Die Schotten hebben nog een hoop van ons te leren.