Wetenschap - 8 april 2010
Inactief enzym leidt tot hogere Vitamine A behoefte
Mogelijk hebben veel mensen baat bij een extra portie worteltjes of zo nu en dan een vitamine-A- pil. Dat valt te concluderen uit onderzoeksresultaten die postdoc Yvonne van Helden, van de leerstoelgroep Fysiologie van Mens en Dier, deze week publiceert in Cellular and Molecular Life Sciences.

Toepassingen
Omdat de omzetting van bètacaroteen bij veel proefdieren anders verloopt dan bij mensen is er nog weinig experimenteel onderzoek gedaan naar deze stof. Met de komst van ‘menselijke’ muis ligt de weg open om meer inzicht te verwerven in vitamine A. Dat haar muizen een grotere vitamine-A-behoefte hebben dan verwacht, zou volgens Van Helden wel eens relevant kunnen zijn voor de mens. De activiteit van het BCMO1-enzym verschilt namelijk sterk van persoon tot persoon. ‘Bij zo’n 27 tot 45 procent van de bevolking is dit enzym minder actief’, legt ze uit. ‘Hierdoor zouden die personen, net als de ‘menselijke’ muizen, wel eens een tekort kunnen krijgen.’ Vitamine-A-gebrek wordt vaak gezien als een probleem van ontwikkelingslanden , waardoor mensen veel gevoeliger zijn voor het krijgen van infecties. Volgens van Helden komt dit gebrek echter ook in de westerse wereld wellicht vaker voor dan gedacht, met name in mensen met een minder actief BCMO1-enzym. Toch moeten we de pot met vitamine-A-pillen nog even laten staan, vindt de postdoc: ‘Er zijn studies die aantonen dat een hoge dosis vitamine A schadelijk is voor de gezondheid. We weten op dit moment nog niet wat een juiste dosering is.’