Student
Achtergrond
Internationaal
Medewerkers

‘Ik ben een stuk gelukkiger omdat ik nu de taal spreek’

WUR biedt internationals die Nederlands willen leren taalcursussen aan. Wie daarna méér wil, kan een taalmaatje nemen bij SamenSpraak, ooit een initiatief van twee Wageningse hoogleraren. ‘Het heeft mijn Nederlands naar een nieuw niveau gebracht.’
Luuk Zegers

Tien Nguyen en taalmaatje Herman Thunnissen © SamenSpraak

Systems and Synthetic Biology-onderzoeker Robert Smith woont inmiddels bijna vijf jaar in Wageningen. Hij leerde de basis van het Nederlands (lezen, schrijven en simpele gesprekjes) bij de Social Dutch cursussen van in’to Languages. ‘Een goede basis’, vertelt de Engelse Smith, ‘maar ik had meer nodig om écht gesprekken te kunnen voeren.’ Om beter te worden in spreken, besloot Smith mee te doen aan SamenSpraak. ‘Ik vind het belangrijk om goed Nederlands te spreken. Door te oefenen met praten krijg je steeds meer zelfvertrouwen.’

SamenSpraak werd in 2000 opgericht door WUR-hoogleraren Ton van Diest en Jan van den Ban. ‘Maar hier in Wageningen bestond het eigenlijk altijd al’, zegt SamenSpraak-coördinator Bert van Dorsten. ‘Studenten uit ontwikkelingslanden kwamen hier studeren, maar de colleges waren allemaal in het Nederlands. Dus zeiden docenten tegen die studenten: “Okee, dit wordt helemaal niks. Kom eens langs bij mij thuis, dan leer ik je Nederlands.” Gezellig, thuis, bij je docent. SamenSpraak is ondergebracht bij Gilde Wageningen, een organisatie van vrijwilligers die hun kennis en kunde belangeloos beschikbaar willen stellen aan de samenleving.

Ik ben een stuk gelukkiger omdat ik nu de taal spreek. Mensen waarderen het.

Robert Smith, onderzoeker bij Systems and Synthetic Biology

Smith werd gekoppeld aan Herman Thunnissen. Tijdens zijn loopbaan werkte Thunnissen onder andere bij Alterra; de laatste tien jaar van zijn carrière was hij docent in het middelbaar onderwijs. Inmiddels is hij met pensioen. Sinds drie jaar helpt Thunnissen mensen om Nederlands te praten bij SamenSpraak. ‘Het is een mooie manier om een steentje bij te dragen: je ontmoet allemaal leuke mensen, en het is goed opgezet.’

Elk jaar wordt Thunnissen gekoppeld aan iemand die zijn of haar Nederlands wil verbeteren. Dit jaar is dat RIKILT-onderzoeker Tien Nguyen uit Vietnam, die drie jaar geleden met zijn gezin naar Wageningen kwam. Nguyen is blij dat hij iemand heeft om Nederlands mee te oefenen. Hij beantwoordt de vragen in het Engels omdat zijn Nederlands nog niet ver genoeg gevorderd is voor een interview. ‘Everyone speaks English here, that makes it more difficult to learn Dutch. You have to get to know people that are willing to speak Dutch with you. We practice at Herman’s house every week for one hour.

Hoe ziet dat oefenen eruit?

‘Dat verschilt per persoon’, legt Thunnissen uit. ‘Tien heeft de neiging om lange, ingewikkelde zinnen te maken. Zo maak je het jezelf erg moeilijk. Daarom proberen we nu te zorgen dat hij korte, simpele zinnen maakt.’ Bij Smith lag de focus de eerste twee maanden op grammatica en klemtonen. Smith: ‘Daarna gingen we oefenen met sneller Nederlands begrijpen, door bijvoorbeeld het nieuws te kijken. En met sneller spreken.’

Everyone speaks English here, that makes it more difficult to learn Dutch. You have to get to know people that are willing to speak Dutch with you.

Tien Nguyen, onderzoeker bij RIKILT

Elke week licht Thunnissen zes á zeven woorden uit. ‘Woorden die je in het dagelijks leven gebruikt. Dus niet kauwgombal, maar glas, water, stoel, fiets, regenbui, enzovoort. Het idee is, als je die woorden zeven keer herhaalt in verschillende context, dan onthouden ze die woorden.’ Thunnissen’s taalmaatjes geven zelf aan waar ze het over willen hebben. ‘Ook dat verschilt per persoon. Met Tien heb ik het nu bijvoorbeeld over werk en familie, terwijl ik het met Robert op gegeven moment over een deel van de Nederlandse geschiedeniscanon had. Het onderwerp op zich is niet héél belangrijk. Het belangrijkste van SamenSpraak is het praten zelf. Waarover maakt eigenlijk niet uit, als je maar praat.’Vriendschappen De mensen die Nederlands willen leren en hun taalmaatjes leren elkaar goed kennen. Vriendschappen ontstaan. SamenSpraak-coördinator Bert van Dorsten geeft een voorbeeld van een Japanse student. ‘Hij studeerde hier en leerde Nederlands bij ons. Toen hij klaar was, ging hij weer terug, en heeft hij zijn taalmaatje uitgenodigd in Japan voor een vakantie. Dat zijn wel mooie ervaringen natuurlijk.’

Smith raadt iedereen die voor langere tijd in Nederland komt wonen aan de taal te leren. ‘Ik ben een stuk gelukkiger omdat ik nu de taal spreek. Mensen waarderen het.’

SamenSpraak in cijfers– Elk jaar vragen ongeveer 35 mensen een taalmaatje aan om Nederlands mee te oefenen.
– Veruit het grootste deel daarvan is PhD-student (zo’n 25 per jaar).
– Maar ook vluchtelingen (5 á 6 per jaar) en kenniswerkers uit andere landen (4 á 5 per jaar) geven zich op.

Interesse om taalmaatje te worden bij SamenSpraak? Kijk op de websiteof stuur een mailtje naar coordinator Bert van Dorsten (ehd@xs4all.nl).

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.