Student - 8 november 2007
Identiteit

Mijn teek zat klem tussen de tekentang en oogde dood. ‘De Nederlander bestaat niet’, zei mijn radio. ‘Nederlanders zijn te divers voor één beschrijving.’ De zinnen galmden door mijn hoofd en de bij nader inzien nog levende teek begon te wandelen. Wat zijn die beesten toch taai.
Een luid klinkende straal spatte in de wasbak, ik voelde me opgelucht. De teek was weggespoeld en er bestond geen Nederlandse identiteit.
Voorheen was ik erg bang voor de terugkeer van de dienstplicht. Als kind was ik namelijk al zeer onhandig met speelgoedpistooltjes. Mijn toetreding tot het leger zou waarschijnlijk veel weg hebben van een slapstickfilm. Nu weet ik echter zeker dat de dienstplicht nooit meer terugkomt, want wie gaat er nu vechten voor een land zonder identiteit?
Nu de media het verhaal weer beu zijn, begin ik te twijfelen over identiteit in het algemeen. Laatst las ik in Resource dat een gezond mens anderhalve kilo bacteriën bij zich draagt en mijn persoonlijkheid is ook niet altijd voor iedereen even eenduidig.
Dacht ik in de pubertijd nog dat ik mijn identiteit alleen moest zoeken, nu ben ik bang dat er helemaal geen identiteit ís. Als ik het zo bekijk zijn we allemaal parasieten. Teken.
Ik loop VHL Velp binnen en ik zie ze al zitten, het krioelt ervan. Een heel gebouw vol parasieten, inclusief mijzelf. We parasiteren op boeken, computers en beschadigen onze gastheren door het achterlaten van respectievelijk koffievlekken en virussen.
Niks carrière. We parasiteren van baby-, naar puber-, naar kantoorstadium, allemaal zonder (Nederlandse) identiteit. Toch wordt het leven er eigenlijk niet minder om. Mijn medestudenten blijven gezellig en het bier smaakt nog altijd goed. En als ik er behoefte aan heb dan haal ik mijn Nederlandse identiteitskaart gewoon even uit mijn zak.