Wetenschap
Natuur & milieu

Hotelbaas telt zijn wintergasten

Wat doet een bijenonderzoeker in de winter? Jeroen Scheper controleert zijn hotels op broed.

Promovendus Scheper is een hotelmagnaat. Hij schat zijn bezit op een slordige 192 bijenhotels. Elk hotel heeft naar schatting 160 kamers. En in elk van die kamers kunnen gasten zitten. En daar gaat het dus om, de gasten: eitjes en larven van bijen. Een hotel, in dit geval, is een stuk pvc-buis en de kamers zijn rietstengels. Scheper gebruikt ze om de populatiegroei van bijen in zijn proefgebieden mee in kaart te brengen. Solitair Bijen hebben het moeilijk tegenwoordig. Niet alleen de honingbijen, maar ook de wilde bijen. Door intensieve landbouw is het steeds moeilijker om zich staande te houden. Het schort aan voldoende voedsel en leefgebied. Ons land telt liefst 350 verschillende soorten wilde bijen. De meeste daarvan leven solitair en nestelen in de grond. Maar dat geldt niet voor alle bijen. Er zijn er ook, zoals de Rosse Metselbij, die in spleten en kieren nestelen en hun eitjes leggen. Of in hotels dus, zoals die van Scheper. Luilekkerland Scheper doet onderzoek naar het effect van bloemenranden op wilde bestuivers. Bloemen zorgen voor meer voedsel. Een strook bloemen langs een akker zou dus meer bijen op moeten leveren. En dus zaaide hij eind vorig jaar op acht plekken in Oost-Nederland stroken grond langs akkers in met bloemzaad. Een mengsel van twaalf soorten als klaver, boerenwormkruid, knoopkruid en klaprozen. Stroken van drie meter breed en honderd meter lang. Luilekkerland voor bijen. Acht soortgelijke veldjes zonder bloemenrand dienen ter controle. Lamme armen Scheper loopt op gezette tijden met een netje door zijn bloemenstroken om bijen te vangen. Dat de bloemen bijen aantrekken is duidelijk. ‘Je krijgt lamme armen van het vangen’, is zijn ervaring na een seizoen tellen. Maar met vangen en tellen alleen ben je er niet. Die bijen kunnen uit de verre omtrek komen. Scheper: ‘De vraag is of de stroken leiden tot populatiegroei. En dat kun je alleen aantonen als er meer nakomelingen zijn dan voorheen. We meten daarom de relatieve populatiegroei.’ En daar zijn dus die hotels voor. Monnikenwerk Scheper onderwerpt al zijn bewoonde rietstengels aan een nauwkeurige inspectie. Dat waren er vorig jaar, in de nul-situatie, 1500 in totaal. Gemiddeld twintig gasten per hotel. Dit jaar en dus met bloemen verwacht hij minstens het dubbele aantal. Een tamelijk monnikenwerk dus, waarbij studenten meehelpen. Van elke stengel wordt voorzichtig over de lengte een stuk afgesneden. Daarmee ligt het interieur bloot en kan de controle beginnen. De inhoud wordt nauwgezet onder een microscoop bekeken. Levensvatbare larven worden bewaard, legt Scheper uit. ‘We plaatsen het deksel terug, doen er tape omheen en zetten de stengels in de koelkast. Die zetten we in het voorjaar weer terug.’ Over broedzorg gesproken. Of de bloemenstroken echt helpen is nu nog niet duidelijk. ‘Ze zijn in elk geval heel erg aantrekkelijk voor bijen, dat kun je nu al wel zeggen’, houdt Scheper een slag om de arm. Hij heeft nog een jaar onderzoek voor de boeg.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.