Wetenschap - 1 december 2011
Hoera, Bleker doet niets
Milieu- en welzijnsorganisaties mopperen flink op de visie van staatssecretaris Henk Bleker over de megastal en de intensieve veehouderij. 'Bleker doet niets en laat het over aan de markt', stelt Klaas Breunissen van Milieudefensie. Precies, maar dat is juist heel goed, vindt Ge Backus van het LEI.
Hij vindt dat de ketenpartijen zelf het initiatief moeten nemen om de problemen in de veehouderij - mest, antibiotica, welzijn, stank en fijnstof - op te lossen. Een gevarieerde commissie, met Daan van Doorn, Pieter Winsemius, Ab Klink en Marijke Vos, heeft daarover onlangs een advies opgesteld. Die aanpak omarmt Bleker. Ook voedingsbedrijven en supermarkten hebben hier hun handtekening onder gezet. Zo ligt de bal waar hij hoort te liggen: bij de productieketen. Die moet de problemen oplossen, en snel.
De overheid moet eisen stellen aan deze sector vanuit het oogpunt van milieu, volksgezondheid en welzijn, zonder voor te schrijven hoe groot de bedrijven mogen zijn. Het tellen van dieren is geen effectief middel om milieu- en welzijnsproblemen op te lossen. We hebben een moeizame verhouding tot schaalvergroting - we willen het eigenlijk niet, maar het gebeurt toch, door ontwikkelingen op de markt. Voor de duurzaamheid maakt groot of klein niet uit.
De overheid moet nu vooral regelgeving wegnemen die de duurzame landbouw belemmert. Voorbeeld? Varkenshouders binnen het 'Beter Leven'-segment, dat hogere eisen stelt aan dierenwelzijn, mogen nog maar zevenhonderd varkens in hun stal houden, in plaats van duizend. Dat maakt het voor hen onaantrekkelijk. De wettelijke kaders remmen op die manier investeringen in duurzame veehouderij.'