Organisatie - 1 januari 1970
Hoe natter hoe beter
Maandagnacht rond een uur of drie. Het is frisjes na een paar dagen van hogere temperaturen. Natte mensen, soms met amper iets om het lijf, bevolken de straten van Wageningen. Rillend van de kou, maar met een brede grijns op hun gezicht. We volgden het natte spoor terug en kwamen uit bij WVC Ceres en KSV St. Franciscus.
AID-mama’s Suzan en Gisela hebben het zwembadgebied ook verruild voor de warme mensazaal. ‘De laatste van ons groepje is om halfvier naar huis gegaan’, zegt Gisela. ´Het was misschien ook een beetje laat voor ze na vier dagen AID.’ Bovendien moesten ze vandaag, aldus de mentor, langs allerlei studieborrels. ‘Wij zijn natuurlijk wel gebleven’, zegt Suzan. ‘Wij zijn getraind.’
In de kroegzaal van Ceres staat een laag van ongeveer vijf centimeter water. Een jongen zit gehurkt bij een putje, met zijn arm tot zijn elleboog in de afvoer. ‘We hebben een beetje wateroverlast’, zegt hij. De afvoer zit verstopt zodat het water dat continu uit het zwembad wordt gekieperd, niet weg kan lopen. Het kan de pret niet drukken. Twee meisjes met rozenkransen om hun nek stampen arm in arm door het water, waardoor alle mensen die in de buurt staan nog natter worden dan ze al waren.
Op KSV valt te zien dat schuim een traditie is. De trap naar boven is een waar sneeuwlandschap en in de kroegzaal staan de mensen in ruim een meter smurrie. De boxen zijn uit voorzorg afgeplakt met folie. Lauram, een introloper uit groepje 35, beweegt langzaam op de muziek. Hij staat op het punt om naar huis te gaan, maar na tien bier weet hij niet meer zeker of hij zijn jas kan terugvinden. ‘Waarschijnlijk wordt het snel naar huis rennen in mijn T-shirt en onder de warme douche springen’, zegt hij.
Ondertussen klinken de eerste tonen van ‘Paradise by the dashboardlight’ van Meatloaf. Een jongen achter het schuimkanon dat op het podium staat, is van plan om opnieuw schuim over de menigte uit te storten. Wanneer de mensen dit door krijgen, gaan hun handen enthousiast de lucht in. Het kanon is ongeveer dertig centimeter in doorsnee en in een mum van tijd zit iedereen op de dansvloer helemaal onder. Dat er ook schuim in de glazen bier terechtkomt, schijnt een jongen niet te deren. Hij legt twee vingers langs de zijkant van zijn biertje. ‘Kijk’, schreeuwt hij. ‘Twee vingers!’ Daarna zet hij het glas aan zijn mond en neemt een flinke slok. ‘We’re gonna go all the way tonight, we´re gonna go all the way tonight tonight!’, klinkt het uit de speakers.
Teun Hofmeijer