Organisatie
Achtergrond
Cultuur

Hoe heurt het?

Noblesse oblige, dus wie het schopt tot hoogleraar krijgt er behalve nieuwe voorrechten ook nieuwe verplichtingen en regeltjes bij. Zo zijn gympen of sandalen onder de toga taboe en moet de baret op tijd af en weer op. Een korte introductie in de Wageningse etiquette.
Albert Sikkema

Foto’s: Guy Ackermans

Wageningse hoogleraren zitten geregeld te hannesen met hun baret. Dat komt doordat de omgangsregels voor het gebruik van dit hoofddeksel enige oplettendheid vereisen. De regel is: de baret moet op als je loopt of een oratie houdt en af als je zit. Let maar eens op rector Arthur Mol bij de volgende dies natalis van de universiteit. Telkens als hij als gastheer een nieuwe spreker introduceert, gaat de baret op. Als hij weer gaat zitten, gaat ie af. Meest voorkomende fout: de hoogleraar vergeet ’m af te zetten.

Dit alles geldt overigens alleen voor mannen; vrouwelijke hoogleraren mogen zelf kiezen of ze de baret ophouden of niet. Emeritus hoogleraar Just Vlak, medeauteur van het Vademecum voor hoogleraren (zie kader), heeft geen idee waarom dat is. Renata Michel, pedel van de universiteit, weet het wel: het op- en afzetten kan het vrouwelijke kapsel in de war brengen.

Deze Wageningse omgang met de baret is typisch iets wat je nieuwe hoogleraren moet uitleggen, zegt Vlak, want de richtlijnen verschillen per universiteit. Op andere universiteiten doe je bijvoorbeeld alleen je baret op als je spreekt.

Toga te koop

De voorschriften voor de toga zijn simpeler: die moet gewoon aan bij officiële gelegenheden als een dies, oratie of promotie. Nieuwe hoogleraren worden geacht er zelf een aan te schaffen. Dat kan op meerdere manieren. Ze kunnen een nieuwe bestellen bij een Wageningse togamaker. Kosten: circa 1100 euro. Ze kunnen ook een tweedehands toga krijgen van hun voorganger of kopen van een andere vertrekkende hoogleraar. Dan hangt er een briefje in de togakamer en fungeert de pedel als tussenpersoon. Lastig puntje op dit moment: er vertrekken veel mannelijke hoogleraren en er komen veel vrouwelijke, zodat de grote maten niet lekker in de markt liggen.

GA--20170601-FXT21515.JPGGA--20170601-FXT21517.JPGGA--20170601-FXT21518.JPGGA--20170601-FXT21520.JPGGA--20170601-FXT21522.JPGGA--20170601-FXT21524.JPGGA--20170601-FXT21526.JPGDeze hoogleraren weten hoe het moet: aan het einde van de plechtigheid, vlak voor het opstaan, gaat de baret weer op.

Deze hoogleraren weten hoe het moet: aan het einde van de plechtigheid, vlak voor het opstaan, gaat de baret weer op.

Maar niet alle hoogleraren hebben een eigen toga. Bijzondere en buitengewone hoogleraren, die een dag per week in Wageningen zijn en weinig opdraven bij officiële gelegenheden, lenen er meestal eentje. Er hangen acht leentoga’s voor hen klaar in de Aula en die worden veel gebruikt. Soms zelfs te veel, want er zijn ook associate professors – universitaire hoofddocenten – die zich op een onbewaakt ogenblik graag in het hooggeplaatste, zwart-witte gezelschap mengen. Dat is niet toegestaan; het dragen van de toga is voorbehouden aan hoogleraren. Overigens gaat dit waarschijnlijk veranderen als sommige hoofddocenten volgend jaar promotierecht krijgen. Dan moeten ook zij er eentje kunnen huren.

Rode naaldhakken

Rond de hoofdattributen van de hoogleraar gelden nog een paar voorschriften. De mannelijke hoogleraar gelieve zwarte of grijze schoenen te dragen – geen bruine. Ook hoogleraren die onder de toga sandalen of gympen dragen – en die zijn er, aldus de pedel – worden teruggefloten. Pumps mogen dan weer wel. Het opvallendste schoeisel dat Michel ooit zag onder een zwarte toga waren de rode naaldhakken van Thea Hilhorst.

Er is een tijd geweest – we schrijven de jaren zeventig en tachtig – dat sommige hoogleraren de toga niet wilden dragen, omdat die niet paste bij hun anti-establishmentstijl. Maar van dergelijke sentimenten merkt Vlak nu niets meer. Als er tegenwoordig hoogleraren in hun gewone kloffie de dies bijwonen, is dat omdat ze te laat waren (of geen zin hadden) om zich tijdig om te kleden en in het cortège naar de plechtigheid te wandelen.

Inaugurele rede

Volgens de regels uit het Vademecum moet een nieuwe hoogleraar eerst zijn of haar inaugurele rede houden – in toga –, voor hij of zij dat gewaad ook mag aantrekken bij andere universitaire plechtigheden. Daarbij gaat de universiteit ervan uit dat de entree-rede binnen een jaar na aanstelling plaatsvindt. ‘Daar zit wat sleet op’, zegt Vlak met gevoel voor understatement. Veel hoogleraren zitten hier al jaren en hebben nog steeds niet in de Aula uitgelegd hoe ze hun leeropdracht denken te gaan uitvoeren. Notoire spelbrekers zijn de zestigers Ton Bisseling en Jaap Bakker. Beiden zijn sinds 1998 hoogleraar, lopen al jaren in toga rond en hebben nog geen inaugurele rede gehouden. Wellicht combineren ze die te zijner tijd met hun afscheidsrede. Die combinatie biedt financiële voordelen, want de borrel na afloop van de inaugurele rede is voor rekening van de hoogleraar, terwijl de borrel na de afscheidsrede door de universiteit wordt betaald.

De borrelhapjes vervangen door pizzapunten in dozen? Dat bleek een stap te ver

Voor de borrels in de Aula gelden trouwens ook codes. Gebruikelijk zijn keurige glaasjes en hapjes, bij voorkeur geserveerd door een keurig gekleed dispuut van een studentenvereniging. Eén keer wilde een hoogleraar die hapjes vervangen door pizzapunten in dozen. Dat verzoek werd afgekeurd. Ze wilde ook kussens op de vloer, zodat de genodigden in kleermakerszit konden napraten. Ook dat werd afgewezen, evenals dansen. Dat doe je maar buiten de Aula, tijdens het informele vervolg in een café.

Hardrock in de Aula

Toch kan er meer dan je denkt. Zo vroeg de buitengewoon hoogleraar Reformatorische Wijsbegeerte bij de organist van de Aula met succes een muziekstuk van Bach aan dat goed aansloot bij zijn inaugurele rede over biotechnologie. En je kunt ook zelf muziek maken in de Aula. Bijzonder was het optreden van hoogleraar Jeff Harvey die, nadat hij had geopponeerd bij een promotie, zijn gitaar en versterker tevoorschijn haalde en hardrock speelde tijdens de borrel. Kon dat door de beugel? Het was een fait accompli en memorabel was het zeker.

Volgens het boekje

In Vademecum, for professors of Wageningen University & Research staan alle gedragsregels voor hoogleraren op een rij. Ook bevat het aanwijzingen voor bijvoorbeeld het aanvragen van een promotie of het omgaan met mogelijke wetenschappelijke fraude. Het is een uitgave van WU-genoten, de vereniging van Wageningse hoogleraren en partners. Dit genootschap verzorgt elk jaar het diesdiner en entameert geregeld discussies over actuele kwesties op de universiteit. Emeritus hoogleraar Just Vlak, medeauteur van het Vademecum: ‘Het is het enige gremium waarin de rector magnificus nog informeel kan praten met de hoogleraren.’ Ook hier gelden do’s-and-don’ts. De belangrijkste: er wordt niet over geld gepraat.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.