Student
Achtergrond

Hoe een bachelorstudent een heus uitgeefcontract binnensleepte

Geert van Zandbrink zette begin dit jaar een bijzondere krabbel in de achtertuin van zijn Wageningse studentenhuis: hij ondertekende een contract bij uitgeverij Prometheus. ‘Toen wist ik zeker dat ik aan een boek werkte dat straks in de winkel ligt. Een bijzonder moment.’
Luuk Zegers

tekst Luuk Zegers foto Sven Menschel

Audaces fortuna iuvat (‘Brutaliteit loont’)

Een boek schrijven over de oorsprong van Nederlandse woorden in de klassieke talen. Het is niet direct wat je van een eerstejaars bachelorstudent Economie en Beleid aan WUR verwacht. Toch is het wat Geert van Zandbrink heeft gedaan (zie kader). ‘Het begon tijdens alledaagse gesprekken. Ik hoorde een woord en dacht: dat komt hier en hier vandaan. Zo ging ik steeds meer Nederlandse woorden terugleiden naar hun Griekse of Latijnse oorsprong.’ Hij besloot om zijn taalvondsten bij te houden in een almaar groeiend tekstbestand.

Van Zandbrinks liefde voor de klassieke talen was ontstaan op gymnasium Bernrode in Heeswijk-Dinther. ‘Ik had daar de tijd van mijn leven: ik zat bij de medezeggenschapsraad, speelde in schoolmusicals en deed dingen voor het goede doel. Zo maak je zo’n school tot jouw plek.’ Hij haalde goede cijfers, vooral ook voor Grieks en Latijn, en besloot in beide klassieke talen eindexamen te doen. ‘Toevallig kreeg ik die vakken van dezelfde leraar, en was hij ook mijn mentor. Van de dertig uur les in de week kreeg ik er tien van hem. Dan bouw je wel een band op.’

Radioschool

Zo thuis als hij zich voelde op de middelbare school, zo veel moeite had Van Zandbrink om zijn plek te vinden toen hij in 2017 begon aan het University College in Maastricht. De studie vroeg veel tijd, terwijl hij er leuke dingen naast wilde doen, en hij miste een klik met zijn medestudenten. Na twee maanden schreef hij zich uit en besloot hij om het jaar als tussenjaar te beschouwen. ‘Ik heb allerlei dingen gedaan: werken bij een supermarkt, helpen op een boerderij, examentraining en bijles geven in Grieks en Latijn. Via een vriend kwam ik bovendien terecht bij de Radioschool, een leertraject van KRO-NCRV.’

Met een groep jonge enthousiastelingen leerde Van Zandbrink radio maken. ‘Het belangrijkste dat ik daar heb geleerd, is brutaal zijn. Als je iemand heel graag wilt spreken en je hebt alleen diens noodtelefoonnummer, dan bel je dat, ook al is het geen noodgeval. Brutaliteit loont.’

Marathon

Het was ook de Radioschool waar Van Zandbrink werd gemotiveerd om een boek te gaan schrijven op basis van zijn bestand met taalvondsten. ‘Toen we een item maakten over de marathon in New York, vertelde ik waar het woord marathon vandaan komt. Tijdens de Eerste Perzische Oorlog versloegen de Grieken de Perzen in de Slag bij het dorp Marathon. Een Griekse bode rende van het slagveld in één ruk naar Athene om te melden dat de Perzen waren verslagen. Dat was net iets meer dan 42 kilometer. Direct nadat de bode zijn melding had gedaan, viel hij dood neer.’

De redactie reageerde zo enthousiast dat Van Zandbrink zijn laptop erbij pakte en voorlas uit zijn woordenlijst. ‘Daarna nam mijn begeleider me apart. Hij zei: Geert, hier moet je echt iets mee doen. Je hebt een goed verhaal dat je op een leuke manier vertelt en je hebt media-ervaring, dat vinden uitgevers interessant. Je moet gewoon brutaal zijn en mensen gaan benaderen.’

Studieachterstand

Dat was niet aan dovemansoren gezegd. Van Zandbrink zocht contact met uitgeverij Prometheus en met Paulien Cornelisse, auteur van Taal is zeg maar echt mijn ding. Cornelisse stuurde hem tips over hoe je een boek schrijft, Prometheus vroeg hem zijn pitch te vertalen in proefhoofdstukken. Van Zandbrink schreef er vijf en werd prompt uitgenodigd op gesprek. ‘Dat was heel vet. Prometheus zit in een prachtig pand aan de Herengracht in Amsterdam. In een hele zieke zaal hadden we een gesprek over het boek.’ Een succesvol gesprek, want een paar weken later brak het magische moment aan in de achtertuin van Van Zandbrinks Wageningse studentenhuis: hij ondertekende zijn eerste uitgeefcontract.

De rest van het boek moest echter nog wel geschreven worden, terwijl Van Zandbrink net aan zijn Wageningse studie was begonnen. Hij besloot – zodra hij genoeg punten had om over te gaan naar jaar twee – om meerdere vakken te laten vallen en zich volledig op zijn schrijfdebuut te storten. ‘Ik voel me daar niet schuldig over. Het is niet erg om wat vakken te laten schieten voor iets wat je heel leuk vindt. Er zijn genoeg studenten die ook maar 42 punten hebben gehaald en de rest van de tijd niet iets nuttigs hebben gedaan. Maar dit studiejaar ga ik weer gewoon punten halen.’

Forum

Achter zijn laptop in Forum schreef Van Zandbrink uiteindelijk alle veertig hoofdstukjes van zijn boek Linea recta. Om die op hun wetenschappelijke juistheid te laten controleren, benaderde hij zijn oude leraar en mentor van de middelbare school. Het werd een leuk weerzien. ‘Ik schrijf met een korreltje zout; het moet vooral leuk zijn om te lezen. Hij denkt daar ook zo over. En hij vond het supermooi dat ik twee jaar na mijn examens nog bezig was met de klassieke talen.’

‘Boek over alles wat Latijn en Grieks leuk maakt’

Linea recta naar het eind van je Latijn (en een beetje Grieks) van WUR-student Geert van Zandbrink ligt op 25 september in de boekwinkels. Het luchtige taalboek gaat over de herkomst van Nederlandse woorden uit de Romeinse en Griekse cultuur en mythologie. ‘Ik wilde een boek maken dat alles bevat wat Latijn en Grieks leuk maakt,’ zegt Van Zandbrink, die het boek – heel toepasselijk – schreef in Forum. ‘De WUR-campus heeft veel verwijzingen naar mythologie: Atlas, Forum, Orion.’ Die termen hebben het boek niet gehaald, maar het woord campus wel. ‘Dat is Latijn voor open vlakte of veld. Het woord kamperen is ervan afgeleid; dat doe je in het open veld. En politici die op campagne gaan, gaan het veld in om zieltjes te winnen.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.