Wetenschap - 29 november 2001
Het weigevoel in de knel
Het weigevoel in de knel
Met het oog op behoud van het landschap zijn er plannen om de grondwaterspiegel in het veengebied te verhogen. Dat zou veenweideboeren geld kosten. Het land levert met een hogere waterstand minder gras op, waardoor koeien met krachtvoer bijgevoerd moeten worden. Bovendien maakt de hogere grondwaterstand de boeren afhankelijker van de weersomstandigheden.
Toch blijkt uit het promotieonderzoek van dr Bareld van der Ploeg dat boeren de aangewezen beheerders van het cultuurlandschap zijn. Bewoners hebben het 'weigevoel', een term die oorspronkelijk door Koos van Zomeren bedacht werd: ze waarderen de vlakke polders, doorkruist met sloten, en willen zich inzetten om het zo te houden. Sommige boeren passen hun beheer ook aan aan de wensen van recreanten, bijvoorbeeld door de bagger uit sloten niet op de slootkant te gooien maar op het land te verspreiden. Maar dat vertaalt zich niet in klinkende munt. Toch zou onder de hoede van natuurbeheerders de prijs van behoud van het landschap veel hoger zijn, al was het maar omdat de grondprijs hoog is.
Van der Ploeg pleit dan ook voor een groenfonds om de boeren te compenseren voor gederfde inkomsten mocht besloten worden de grondwaterstand te verhogen. Volgens hem had het geld dat de treintunnel onder het Groene Hart kost - een miljard gulden - beter voor zo'n groenfonds gebruikt kunnen worden. | J.T.
Bareld van der Ploeg promoveerde 23 november bij prof. Niels R?ling, hoogleraar kennissystemen in ontwikkelingslanden, en prof. Ad Nooij, hoogleraar algemene sociologie en methodenleer.