Organisatie
Achtergrond

Heel lang afscheid nemen van de Dreijen

Dit najaar zou universiteitsterrein de Dreijen definitief worden afgedankt. Het liep anders. In halflege, krakkemikkige gebouwen maken tientallen onderzoekers en studenten er maar het beste van. ‘Het is zó saai hier.’
Rob Ramaker

Foto’s: Guy Ackermans en Rob Ramaker

Ooit was dit de drukbezochte kantine van het Biotechnion.

De tekening van Helix hangt al zo lang bij de entree van de afdeling Microbiologie dat de zon deze onleesbaar heeft verbleekt. Eigenlijk hadden de onderzoekers van de afdeling ook allang in dat nieuwe gebouw op de campus moeten zitten. De geplande verhuizing werd afgelopen augustus echter op het laatste moment afgeblazen; de luchthuishouding in de nieuwbouw is niet op orde. En dus kreeg het academische leven van de Dreijen een onverwachte verlenging.

Werken op de Wageningse berg is tegenwoordig echter heel anders dan in de hoogtijdagen. Er vinden geen officiële colleges meer plaats en veel onderzoekers zijn al vertrokken. In de gebouwen die nog in gebruik zijn, zitten nog maar acht leerstoelgroepen. Op een regenachtige decembermiddag is er dan ook geen levende ziel te zien op het Dreijenplein. De meeste fiets- en parkeerplekken zijn leeg. Minuten later fietsen dan toch twee studentes voorbij, tijdelijke bewoners van het voormalig Computechnion. Even later trotseren ook twee onderzoekers de regen om te roken.

Uitgestorven

Steeds meer kamers in het Biotechnion worden afgesloten.

‘Het is zó saai hier’, zegt Christie Nguyen Minh, PhD-student bij Organische chemie in het Scheikundegebouw. Samen met een collega werkt ze in een kamer aan een uitgestorven gang. Nguyen Minh baalt dat de verhuizing is uitgesteld; werken op de campus lijkt haar veel inspirerender. Daar zijn meer collega’s en studenten om mee te praten, vinden lezingen en activiteiten plaats.

Verderop in het Scheikundegebouw, bij Microbiologie, weet men toch ook de zonnige kant te zien. De afdeling moet straks inschikken in Helix. Nu hebben ze nog even de ruimte, zeggen onderzoekers Nico Claassen en Stan Brouns, die zitten te lunchen in de gemeenschappelijke koffieruimte.

In een gang zijn hier en daar stille getuigen te zien van de afgeblazen verhuizing. De vergeelde bouwtekening, een pallet met nog ongebruikte verhuisdozen. Afgelopen oktober ging ook een tweede streefdatum ongemerkt voorbij. Sindsdien is er geen nieuwe datum geprikt en voelt het voor veel microbiologen weer alsof ze hier voor altijd blijven.

De bouwtekening van Helix is verbleekt door de zon

Planning overhoop

PhD’er Martijn Diender moest zijn planning aanpassen, omdat hij zijn proefopstellingen niet tussentijds kan verkassen.

Voor Sidharam Pujari, postdoc bij Organische chemie, is de onzekerheid een probleem. Hij plant zijn onderzoeksprojecten het liefst een jaar vooruit, omdat hij er kostbare apparatuur voor moet aanschaffen en installeren. Ook Martijn Diender, PhD-student bij Microbiologie, moest zijn planning aanpassen. In zijn project bestudeert hij een bacterie die groeit op de gassen koolmonoxide en waterstof. Om dit proces veilig te kunnen volgen, bouwt hij een speciale bioreactor die je niet zomaar kunt verplaatsten. Daarom plande hij dat werk voor ná de verhuizing. Nu gaat hij er in januari toch maar mee aan de slag. ‘Het is gelukkig niet zo dat mijn hele PhD naar de knoppen gaat’, zegt Diender. ‘Ik ben vroeg in mijn traject en kan nu nog flexibel zijn.’

Ranzigheid

Op de campus is het vechten om een plekje voor je fiets, op de Dreijen kun je kiezen.

Waar het Scheikundegebouw nog redelijk vol en in goede staat is – zelfs de kantine is op verzoek van de universiteit weer open – vertonen andere gebouwen op de Dreijen veel mankementen. In De Valk kwam al eens een stuk plafond naar beneden en het Agrotechnion kampt met lokale lekkages.

De meest spartaanse omstandigheden heersen in het Biotechnion, waarvan de bovenste verdiepingen al sinds september 2013 leegstaan. Op de andere verdiepingen verschijnen steeds meer stickers met de tekst: No access; room always locked. De gangen – waar nog kalenders uit 2013 hangen en stellingkasten soms ineens de weg versperren – doen hier en daar spookachtig aan.

De bovenste verdiepingen van het Biotechnion staan al sinds 2013 leeg.

Toch zijn ook hier nog mensen aan het werk. Op de begane grond bereiden Iris Rijnaarts en Malou Thijssen, masterstudenten Nutrition and health, een bijeenkomst voor. Hoe zij het vinden om te werken in het Biotechnion? ‘Kut’, zegt Rijnaarts lachend. Was het aanvankelijk koud omdat de verwarming er geen zin meer in had, nu is het juist ongemakkelijk warm. ‘Ik heb best vaak hoofdpijn als ik hier zit te werken. Dat is nog vervelender dan de ranzigheid.’ De ranzigheid, dat zijn de beestjes en de viezigheid die hen doen vermoeden dat er minder grondig wordt schoongemaakt dan voorheen. Rijnaarts wijst op een onopgeruimde emmer met vieze doeken die al geruime tijd in de hoek staat.

Bye Biotechnion

Toch kan het duo ook wel lachen om de situatie. Net als veel gebruikers proberen ze de moed erin te houden. Enkele van hun medestudenten verderop vinden de rust wel lekker. Waar kun je nu zo ongestoord aan je thesis werken? En voorlopig is er toch geen ontkomen aan. De slingers in de voormalige kantine, waar met grote letters ‘Bye Biotechnion’ op de muur is geschreven, getuigen van een ingekakt afscheidsfeestje waar maar geen einde aan komt.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.