Wetenschap
Nieuws

‘Groenbeheerders kennen te weinig soorten’

Nieuw standaardwerk moet bomenvariëteit in Nederland en Vlaanderen een boost geven.

Noem een boom en Leo Goudzwaard kent ‘m. Sterker nog, hij heeft ‘m gezien, gemeten, in kaart gebracht en gefotografeerd. De weerslag van vier jaar reizen en inventariseren is nu verkrijgbaar in boekvorm: Loofbomen in Nederland en Vlaanderen. Een kloek boek van 432 pagina’s met meer dan 1500 foto’s en beschrijvingen van meer dan 250 soorten en hybriden. Voor professionals en liefhebbers.

Waarom moest dit boek er komen?

‘Ik wilde een boek maken met bomen die winterhard zijn en goed groeien in Nederland en Vlaanderen. Toegankelijk, met veel foto’s en goede informatie. Zo’n boek was er nog niet. Bestaande boeken zijn vertalingen uit het Engels.’

Naast technische info, paragrafen over herkenning, groeiplaats, gebruik en toepassing, besteed je ook veel aandacht aan de vindplaatsen. Moeten we erop uit?

‘Ja, dat vind ik belangrijk. Dat is wat ik zelf ook heb gedaan. Ik ben overal wezen kijken, alle waarnemingen en metingen zijn zelf uitgevoerd en niet overgeschreven. Het boek moet mensen enthousiasmeren. Ga kijken voordat je een keuze maakt voor een boom. Mijn devies: eerst kijken, dan toepassen.’

Je doet een pleidooi voor meer diverse aanplant van bomen. Hebben we niet genoeg soorten?

‘In dit boek staan er 268; in het grootschalig groen vind je maar 20-30 soorten. De meeste groenbeheerders kennen maar weinig soorten of weten niet wat andere soorten doen, wat ze kunnen verwachten. En dus zie je in het buitengebied steeds weer essen en eiken en in de stad platanen en lindes.’

Veel loofbomen zijn exoten. Is dat erg?

‘Nee. Exoten zijn pas lastig als ze andere soorten verdringen. Maar de meeste exoten houden zich prima aan de regels. Ik maak wel een verschil tussen stad en platteland. In de stad is het onvermijdelijk om met exoten te werken. De omstandigheden in de stad zijn heel anders: de grond is droger en armer. In de stad wil je ook bomen die qua kleur of bloeiwijze bijzonder zijn. In het buitengebied vind ik wel dat bomen inheems moeten zijn.’

Op de foto sta je bij een trompetboom (Catalpa bignonioides) in het park van paleis Soestdijk. Waarom deze foto?

‘Koningin Juliana was een bomenliefhebber. Toen deze boom brak in een storm, stond zij erop dat-ie niet werd weggehaald. Een geknakte boom herstelt zich vaak nog weer. Dat vond zij en dat vind ik ook. Dankzij haar hebben we deze bijzondere boom nog.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.