Wetenschap - 1 januari 1970
Gebiedscontract werkt vooral sociaal
In de praktijk van de planning wordt tegenwoordig vaak gewerkt met gebiedscontracten om regionale samenwerking te bespoedigen. Dat werkt, stelt promovendus dr Ronald van Ark, maar overheden moeten niet de illusie koesteren dat contracten kunnen worden gebruikt om beleidsdoelstellingen eenzijdig af te dwingen.
Maar wanneer de contracten louter worden beschouwd als juridisch dwangmiddel, gaat het mis. Met het oog op een effectiever en efficiƫnter ruimtelijk beleid wil de rijksoverheid ook gebiedscontracten afsluiten op basis van afrekenbare doelstellingen om vervolgens op resultaten te kunnen sturen, net als de prestatiecontracten in de gezondheidszorg en bij de politie.
'Gebiedscontracten zijn bindend op relationele gronden en niet zozeer vanwege de juridische aspecten', aldus Van Ark. 'Harde beleidsdoelstellingen of prestatiegerichte afspraken kunnen niet worden afgedwongen in dergelijke ingewikkelde contracten, omdat de werkelijkheid vaak complexer en veranderlijker is dan het papier. Bovendien vereist een contract de vrijwillige medewerking van elk van de betrokken partijen.'
'Het gebiedscontract is een hulpmiddel', concludeert Van Ark, 'en geen eindpunt.' Dat is logisch, vindt hij. 'De contracten zijn in de beleidspraktijk ontstaan omdat de verschillende partijen iets nodig hadden om onderlinge afspraken te kunnen maken. De overheid ziet het nu meer als instrument voor prestatiesturing.' Maar een overheid die verwachtingen creƫert en doeleinden nastreeft die niet haalbaar zijn, maakt zich ongeloofwaardig, meent Van Ark. / MW
Dr Ronald van Ark promoveerde op 6 juni bij hoogleraar Landgebruiksplanning prof. Arnold van der Valk en hoogleraar Bestuurlijke en beleidsmatige aspecten van landinrichting prof. Adri van den Brink.