In het derde jaar van een Wageningse bachelor is ruimte voor op zijn minst 24 ECTS, die een student vrij kan invullen. Dat biedt de mogelijkheid om kennis te maken met een andere tak van wetenschap, of om je verder te verdiepen in je eigen vakgebied. Studenten kunnen daarbij kiezen voor een van de 57 minoren die door de opleidingen zijn samengesteld op basis van coherentie en diepgang. Een andere mogelijkheid is dat je zelf een vakkenpakket samenstelt, op basis van je specifieke interesse of ambities. Zo’n eigen minorpakket geeft nu nog recht op een minortitel, mits het door de examencommissie wordt goedgekeurd. Maar als de raad van bestuur het advies van het OWI opvolgt is dat binnenkort voorbij. Je mag dan nog wel zelf je vrije ruimte invullen, maar dat komt niet meer als ‘minor’ op je bul te staan. Het OWI wil van de vrije minor af omdat relatief weinig studenten blijken te kiezen voor een beschreven minor, vertelt Tiny van Boekel van het OWI. Die constatering kwam als een verrassing. ‘De minors zijn er niet voor niets. Een minortitel geldt voor ons als een kwaliteitswaarborg.’ Een pretpakket is daarom uit den boze. Overigens is dat meestal niet de intentie van studenten. De meeste studenten kiezen wel degelijk een beschreven minor als basis, maar brengen daarin vervolgens hun eigen accent aan door één of enkele vakken te ruilen voor de vakken van hun voorkeur. Die mogelijkheid blijft in de nieuwe plannen bestaan, zij het in beperkte vorm. Studenten mogen straks, in overleg met de studieadviseur, maximaal één vak inruilen voor een ander zonder dat dit ten koste gaat van hun minortitel.
Eigen pakket mag geen ‘minor’ meer heten
Zelf een minortitel geven aan een individueel vakkenpakket in vrije keuzeruimte in je bachelor zit er niet meer in. Als het aan het Wageningse Onderwijsinstituut (OWI) ligt tenminste.