© Foto WUR. Hugh Jansman bij de dode wolf van KloosterhaarDat blijkt uit onderzoek van Utrechts en Wageningse wetenschappers. Het beest werd op 13 november op de N343 tussen Kloosterhaar en Bergentheim, een paar kilometer van de Duitse grens, doodgereden. Hugh Jansman (Environmental Researc) deed samen met Utrechtse collega’s van het Dutch Wildlife Health Centre(DWHC) sectie op het dier.
Lintwormen
De wolf had uitgebreide bloedingen en breuken als gevolg van de aanrijding. ‘Maar er zijn geen afwijkingen waargenomen die het risico van een aanrijding kunnen verhogen’, zegt patholoog Marja Kik van het DWHC. ‘De wolf was gezond.’ De maag en de darmen van het beest waren, op lintwormen na, geheel leeg. Zelfs haren van prooidieren waren afwezig. Kik: ‘Het dier had dusal even niet gegeven, mogelijk zelfs zo’n 48 uur.’
In Wageningen werd het genetisch profiel van de wolf vastgesteld. Vergelijking van dit profiel met DNA-profielen van het Duitse Senckenberg Research Institute wees uit dat het hier om een nazaat gaat van een wolvenpaar uit Babben in de regio Brandenburg. Dat is ruim 600 kilometer van de plek waar het beest in ons land werd aangereden. De wolf blijkt een jong mannetje te zijn dat waarschijnlijk in 2015 is geboren.
Schapen
De wolf heeft vermoedelijk al geruime tijd in ons land vertoefd. Doodgebeten schapen in Laag-Zuthem (bij Heino), Bergentheim en Beerzeveld konden aan de wolf worden gekoppeld. Monsters van de wonden van de schapen kwamen genetisch overeen met de wolf. De wolf werd in die periode (12 oktober-13 november) meerdere malen gesignaleerd.
De identificatie van de dode wolf is mogelijk doordat Wageningen samenwerkt met Duitsland, Denemarken en Polen in het zogehten CEwolf Consortium. Binnen dit verband wordt genetische onderzoek naar wolvenpopulaties bij elkaar gebracht. In Duitsland leven meer dan 70 roedels wolven. Het verspreidingsgebied van de dieren verschuift steeds verder richting ons land.