Wetenschap - 1 januari 1970
Diergedrag in model gevangen
Het gebruik van bloeiende planten in akkerranden als voedingsbron voor natuurlijke vijanden, biedt geen garantie voor de bestrijding van plaaginsecten in het centrum van die percelen. Dit blijkt uit simulaties die entomoloog ir Roel Potting heeft uitgevoerd met een model dat het gedrag van insecten nabootst.
Roel Potting gebruikt vergelijkbare, op individueel gedrag gebaseerde modellen om te kunnen voorspellen wat er gebeurt als sluipwespen in het veld worden losgelaten om een plaag te bestrijden. Als zo’n sluipwesp zich voedt met de nectar van bloemplanten, houdt het model er rekening mee dat er geregeld een bezoek aan de bloemen moet worden gebracht. ‘Het model laat dan zien wat de gevolgen zijn als je de voedingsplanten zaait in akkerranden, in stroken, in patches, of dwars tussen het gewas door’, aldus Potting. Als de bloemen in akkerranden staan, blijft het centrum van het perceel geheel verstoken van bezoekjes door de sluipwesp, terwijl de verspreiding bij de andere systemen veel beter is.
Het is volgens hem ook mogelijk om bijvoorbeeld het lerend vermogen bij het gastheerzoekgedrag van natuurlijke vijanden in zulke modellen op te nemen. De modellen zijn dan ook uitstekend geschikt om het evolutionaire voordeel van verschillende gedragseigenschap in een virtuele omgeving te toetsen, meent Potting.
Het congres, dat geheel in het teken stond van het meten en analyseren van gedrag, trok zo’n vijfhonderd onderzoekers naar Wageningen. De organisatie was in handen van Noldus Information Technology, het bedrijf dat software en instrumenten ontwikkelt voor gedragsonderzoek en dat ontstaan is als een spin-off van Wageningen Universiteit. / GvM