Wetenschap
Plant

De nieuwe genenbank kan planteneigenschappen leveren

Wageningen UR brengt de genenvolgorde van 150 verschillende tomatenplanten in kaart. Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) wil die ‘allelen’ (genvarianten) van de tomaat graag opslaan in haar genencollectie. Daarmee ontstaat een geheel nieuwe collectie, zegt Rob van Treuren van CGN.
Albert Sikkema

De snelle ontwikkelingen in de genetica leiden ertoe dat het DNA van planten razendsnel tegen geringe kosten in kaart kan worden gebracht, stelt Van Treuren samen met zijn collega Theo van Hintum in het tijdschrift Plant Genetic Resources. Zoals in het geval van de tomaat, waarbij onderzoekers verbanden gaan leggen tussen de genenvolgorde en belangrijke eigenschappen. Het CGN wil die genvarianten bewaren, zodat ze op bestelling tomatenzaad met een specifieke eigenschap kan leveren.

Nu nog bewaart het CGN duizenden zakjes zaad van ‘accessies’ van de tomaat en andere gewassen in koelcellen. Deze accessies zijn soms homogene tomatenrassen, maar vaker een zakje zaad van wilde verwanten van de tomaat uit een bepaalde vindplaats. Dit tomatenzaad kan heterogeen zijn. Dat is prima om de biodiversiteit te conserveren, de belangrijkste taak van de genenbank. Maar uit deze accessies zou je steeds opnieuw de genen moeten isoleren die corresponderen met een nuttige eigenschap. Van Treuren denkt dat de genenbanken voortaan ook nuttige genen moeten opslaan en aanbieden, verpakt in homogeen zaad. In feite beheert het CGN dan allel-collecties. Bedrijven die bij de genenbank aankloppen, kunnen dan bijvoorbeeld tomatengenen bestellen die de plant resistent maken tegen trips.

Zo gaan er twee typen collecties ontstaan bij genenbanken als het CGN, verwacht Van Treuren. ‘Je houdt de conserveringscollecties, om de biodiversiteit te bewaren. Maar daarnaast biedt je uniforme zaden aan, want in het veredelingsonderzoek wil je snel toegang tot de gewenste genen.’ Naast het lopende project met de 150 tomatenplanten zijn bij Wageningen UR vergelijkbare initiatieven in voorbereiding met sla en meloen.

Punt van aandacht is nog wel hoe de genenbanken deze genetische kennis toegankelijk maken voor onderzoekers en veredelingsbedrijven. Er wordt momenteel enorm veel data geproduceerd bij het in kaart brengen van de genetische variatie. Dat wordt opgeslagen in grote databases. De kunst is nog om die snel groeiende databerg zodanig in te richten dat de database van CGN ermee kan communiceren.

Het CGN beheert op dit moment zo’n 25 duizend accessies van land- en tuinbouwgewassen. Die zaden worden opgeslagen bij min 20 graden Celsius. Ook verspreidt de genenbank jaarlijks meer dan vijfduizend zaadmonsters naar gebruikers in binnen- en buitenland. Door de opslag en vermeerdering zorgt het CGN ervoor dat die accessies voor de toekomst behouden blijven.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.