Organisatie
Economie

DLO haalt nog te weinig uit de markt

DLO is nog vooral gericht op het ondersteunen van de overheid. Medewerkers denken nog te weinig vanuit de klant.

De DLO-instituten haalden in 2012 voor 100 miljoen euro aan onderzoek uit de markt binnen. Dat was 85 miljoen in 2010 en moet in vier jaar groeien naar 135 miljoen euro. Een stijgende lijn dus, maar het gaat het bestuur nog niet hard genoeg. Dat blijkt uit de tussenstand van het strategische plan 2011-2014, dat in januari is besproken in de concernraad (Raad van Bestuur en de directeuren van de kenniseenheden). Het verslag en bijbehorende documenten zijn op 4 maart op intranet gepubliceerd. De bestuurders concludeerden dat zowel de structuur als de medewerkers van DLO vooral gericht zijn op het ondersteunen van de overheid en minder op het verwaarden van kennis. DLO’ers denken nog te weinig vanuit de klant. Zij zouden bijgeschoold moet worden in commercieel werken, klantgerichtheid en ondernemerschap. Ook ontbreekt het aan basale managementinformatie over klanten. In 2012 bleek bijvoorbeeld dat de omzet per land of per klant niet of nauwelijks beschikbaar was. Daarnaast is er geen eenduidig systeem om tevredenheid bij klanten te meten.

Boven verwachting

Grofweg ligt de organisatie aardig op koers, zo blijkt uit het lijstje meetbare doelen in de tussenstand van het strategisch plan 2011-2014. Het aantal nieuwe studenten stijgt stevig, afgelopen jaar waren dat er 2200. Het aantal grote persoonlijke onderzoeksubsidie’s stijgt volgens verwachting, in 2011 en 2012 ontving de universiteit 4 ERC-grants en 14 Veni-Vidi-Vici-subsidies. De financiële positie is zelfs gezonder dan verwacht. De solvabiliteit (bezittingen gedeeld door schulden) van zowel universiteit als DLO is gestegen, terwijl een daling voorzien was. Met de oplevering van Orion, in mei, zal de solvabiliteit van de universiteit dit jaar waarschijnlijk wel dalen. Wat er verder uitspringt is dat het percentage medewerkers met een tijdelijk contract is afgenomen tot 11 procent, terwijl dat volgens de doelstelling 20 procent zou moeten zijn. Dat heeft echter vooral te maken met de slechte eco­nomische omstandigheden. Die zijn vooral ten koste gegaan van medewerkers met een tijdelijk contract.

Moet DLO zich beter profileren?

Het bestuur heeft voor 2013 nog een nieuw speerpunt aangewezen: het verduidelijken van de positie van DLO ten opzichte van de universiteit. De omgeving van DLO verandert namelijk sterk. De financiering vanuit ministerie en productschappen lopen terug, maar er liggen kansen bij topsectoren en Europese programma Horizon 2020 (waarbij 80 miljard euro beschikbaar komt voor wetenschap en innovatie). ‘Wie Wageningen hoort, denkt aan de universiteit. De vraag is of DLO zich voldoende kan profileren,’ vertelt AFSG-directeur Raoul Bino. Hij is voorzitter van een werkgroep die de gewenste positie van DLO in kaart gaat brengen. Die werkgroep voert daartoe gesprekken met medewerkers van DLO en universiteit, en met vertegenwoordigers van bedrijven, andere kennisinstellingen en het ministerie van EZ. Bino: ‘De samenwerking met de universiteit staat buiten kijf, dat vindt iedereen die we spreken. De vraag is of je je met communicatie of naamgeving beter kunt positioneren. Zo staat DLO voor Dienst Landbouwkundig Onderzoek, sommigen vinden die naam verouderd.’ Nog voor de zomer wil Bino verslag uitbrengen in de concernraad.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.