Wetenschap
Onderzoek

‘Conflict brengt de wetenschap verder’

Bij complexe maatschappelijke problemen slaagt Wageningen UR er niet altijd in duidelijk te maken wat de rol van de onafhankelijke onderzoeker is. Zo kan de indruk ontstaan dat wetenschappers hun oren laten hangen naar de opdrachtgever. De kwestie rond 'klokkenluider X' bij Alterra is daarbij een schoolvoorbeeld, vindt hoogleraar Johan Bouma.

Deed Wageningen UR aan ‘onderzoek op bestelling’ door een kritisch rapport over de meting van grondwaterstanden van klokkenluider X tweeënhalf jaar tegen te houden? De Nationale Ombudsman suggereert dit in een onlangs uitgebracht rapport, maar volgens Johan Bouma was daar geen sprake van. En hij heeft enig recht van spreken, omdat hij zowel reviewer van X’s gewraakte rapport was als beoordelaar van diens klokkenluidersmelding. ‘X heeft acht artikelen over de meting van grondwaterstanden gepubliceerd, hij had dus geen publicatieverbod’, blikt Bouma terug. ‘Ook is het niet zo dat zijn leidinggevenden het publiek hebben misleid door de publicatie tegen te houden. Er was eerder sprake van verwarring en onmacht, omdat vanuit dezelfde onderzoeksgroep publicaties met een verschillende strekking verschenen.’ Bouma is emeritus hoogleraar Bodemkunde, KNAW-lid, voormalig lid van de WRR en reviewer van meerdere onderzoeksprogramma’s. Hij publiceerde onder meer over ‘wicked problems’, ofwel zeer complexe maatschappelijke vraagstukken zonder eenduidige probleemstelling en oplossing, waar veel partijen bij betrokken zijn met sterk verschillende meningen en standpunten. De intensieve veehouderij is zo’n wicked problem, net als de klimaatverandering, de duurzame landbouw en de bijensterfte. ‘Zowel de onderzoekswereld als maatschappelijke partijen kunnen slecht omgaan met dit soort vraagstukken’, zegt Bouma. ‘Onderzoekers lossen graag problemen op en opdrachtgevers willen een duidelijk antwoord. Dat is er in deze gevallen dus niet. Er zijn alleen opties, waarbij iedere optie bestaat uit een weging van deelbelangen.’

Poldermodel

Ook de waterhuishouding in relatie tot natuur en landbouw is zo’n complex probleem. Boeren willen een lage grondwaterstand, omdat dat beter is voor het gewas en voor de draagkracht van de bodem; terwijl natuurbeheerders streven naar een hoge grondwaterstand om de verdroging tegen te gaan. Er bestaat niet zoiets als ‘de’ beste grondwaterstand. De waterstand in een gebied is een compromis, na overleg tussen alle belanghebbenden. Het poldermodel bepaalt uiteindelijk de oplossing. De metingen van de grondwaterstand zijn daarbij slechts een van de bijdragen vanuit het onderzoek Die rol kan lastig zijn voor onderzoekers die metingen doen om feiten aan te dragen. Zoals X, die ontdekte dat in sommige zandgronden de in Nederland gebruikte peilbuizen wel de diepe grondwaterstanden goed meten, maar niet de ondiepe. ‘Dat was geen mening van X, dat was een feit’, zegt Bouma. Een kennisinstelling moet zo’n grensverleggende ontdekking met gejuich ontvangen, vindt de hoogleraar. ‘Kritisch onderzoek betekent dat je bestaande inzichten ondermijnt. Conflict is essentieel bij het verder brengen van de wetenschap. Maar daarna moet je de onderzoekers wel bij elkaar zetten en zeggen: interessante ontdekking, maar wat betekent dit voor het wicked problem dat hier aan de orde is?’ Dus hoe meer conflict achter de gevel hoe beter, maar presenteer wel voor de gevel een consistent verhaal. Dit vereist actief onderzoekmanagement.’ In het geval van X werd die discussie niet goed gevoerd, vindt Bouma. Er was kritiek van vakgenoten dat X ten onrechte zijn conclusies veralgemeniseerde naar alle zandgronden in Nederland. Er was ook politieke onwil bij de opdrachtgever om de bestaande inzichten over de rol van grondwaterstanden aan te passen. Maar de opdrachtgever stelde ook een kennisvraag: welk advies geven de Wageningse deskundigen nu? Want Alterra, inclusief X, produceerde op dat moment tegenstrijdige informatie. ‘Er ontbrak een kennismakelaar, vindt Bouma. ‘Dat is iemand die in staat zijn de juiste kennis op het juiste moment tegenover de juiste persoon op de juiste manier te presenteren. Kortom, iemand met kennis van zaken en een hoge sociale intelligentie.’

Kennismakelaar

Onderzoekers hebben weinig oog voor die makelaarsrol, merkt Bouma. Ze willen onderzoek doen, meten en publiceren – begrijpelijk want daarop worden ze afgerekend. Dat moet allemaal snel, terwijl de oplossing van wicked problems vaak decennia vergt. De gebruikelijke reactie van universiteiten – doe nog maar een aio – werkt dan niet. Er is te weinig tijd om serieus te overleggen met ambtenaren, bedrijven en actiegroepen om te ontdekken welke inzichten en kennisvragen zij hebben. Daardoor neemt de rol van de onderzoekswereld in de moderne kennismaatschappij af, stelt de hoogleraar. Het oude model, waarbij de onwetende kennisvrager de alwetende onderzoeker om advies vraagt, bestaat al lang niet meer. In de huidige informatiemaatschappij is iedereen kennisdrager. Een recent voorbeeld van minder geslaagd kennismanagement is het onderzoek naar het bovengronds uitrijden van mest en de gevolgen daarvan voor het ammoniakbeleid. ‘Dat is een technische kwestie, als onderdeel van het wicked problem om een duurzame landbouw te bereiken. Mestinjectie in de bodem leidt tot een relatief lage ammoniakemissie, maar onder bepaalde voorwaarden kan bovengronds uitrijden dezelfde lage emissie opleveren , zegt Bouma. Jarenlang onderzoek leidde echter niet tot consensus onder de Wageningse onderzoekers, of tot een coherent signaal richting boeren en beleid. ‘En dat reken ik ook mezelf aan, want ik was een van de onderzoekers.’ Ook hier had een kennismakelaar uitkomst kunnen bieden, vindt de hoogleraar. Boerenorganisaties zochten recentelijk direct contact met de Tweede Kamer , zonder betrokkenheid van onderzoekers. Overigens zijn er ook succesvolle Wageningse projecten waarin onderzoekers vanaf het begin met actiegroepen, boeren en beleid overleggen. Vanuit zijn eigen ervaring bij het innovatieprogramma Transforum noemt Bouma het Rondeel project, waarbij onderzoekers met partners een nieuw stalconcept voor legkippen ontwierpen. Dat vergt meer dan met elkaar om tafel zitten, zegt Bouma. ‘De onderzoekgemeenschap moet nieuwe wegen vinden om de inzichten van andere kennisdragers te integreren in haar onderzoeksvragen.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.