Organisatie
Achtergrond

Componist van de Veluwe

Komende maand gaat Wild in première, de nieuwe natuurfilm over de Veluwe. Geluidenman Henk Meeuwsen schiep het natuurgeluid. En dat is niets teveel gezegd.
Roelof Kleis

Henk Meeuwsen installeert microfoons want hij is op jacht naar vogelgeluiden. © Guy Ackermans

Na een uur praten dringt plotseling het geluid van een veldleeuwerik de kamer binnen. Het is een ringtone. Op zijn vorige telefoon had-ie voor elk contact een andere vogel, vertelt Henk Meeuwsen even later. ‘Kon ik precies horen wie er belde.’ Meer dingen in de kamer wijzen erop dat hier de geluidenman woont. Op de buffetkast staat een opgezette ijsvogel. Aan de muur hangt een foto op canvas van een bosrietzanger. De kerstkaarten eronder vertonen opvallend veel vogels. ‘Ik probeer het een beetje te temperen’, licht Meeuwsen toe. ‘Voordat je het weet staat je hele kamer vol met vogels. Het leven bestaat uit meer dan vogels.’

Alhoewel. Henk Meeuwsen, GIS-onderzoeker bij Environmental Research, is onmiskenbaar dé geluidenman van Nederland. Die status heeft hij de afgelopen twintig jaar met zijn cd’s, apps en talrijke optredens in Vroege Vogels gestaag opgebouwd. Begin komende maand bevestigt de nieuwe natuurfilm Wild zijn meesterschap. De film van de Edese natuurfilmer Luc Enting richt de lens op de Veluwe. Wild volgt de levens van vos, zwijn en edelhert, met bijrollen voor vogels als buizerd, raaf en zwarte specht. Meeuwsen verzorgde, zoals hij dat eerder voor De Nieuwe Wildernis deed, de natuurgeluiden. Hij verdient hiermee een prominente plek op de aftiteling van de film.

De geluidenvanger is er trots op. Het is erkenning voor het belang van zijn aandeel in de film. ‘Geluid is ontzettend belangrijk in deze film. Denk het natuurgeluid maar eens weg. Dan hou je niks over. Zonder natuurgeluid werkt dit niet.’ Geluid geeft sfeer aan een film. Dat geldt voor elke film, maar voor natuurfilms in het bijzonder. De natuur heeft geen dialoog die richting geeft aan de beelden. Het geluid schept diepte en sfeer. En meer nog dan bij gewone films is dat bij natuurfilms een kwestie van componeren, blijkt uit de werkwijze die Meeuwsen schetst.

Sound-design is ook het achtergrondgeluid componeren, bijvoorbeeld het ruisen van een boom.

Nasynchroniseren

Natuurfilms zijn wat geluid betreft van a tot z nagesynchroniseerd. ‘Het is feitelijk een stomme film, die ik krijg opgestuurd’, legt Meeuwsen uit. ‘Ik zie een stomme film en moet daar passend geluid bij selecteren. Dat is de eerste fase. Ik zie bijvoorbeeld een groep hinden met jonge edelherten die aan het grazen zijn. Ze staan op een droog en heideachtig terrein met op de nabije achtergrond open bos met stevige grove dennen. Dan ga ik denken: wat kan hier klinken? Welke tijd van het jaar is het? Is de tjiftjaf al terug, de boompieper? Hier zou een veldleeuwerik kunnen zingen. En daar in het bos een zwarte mees, een vink en een boomkruiper. En dan ga ik op zoek naar fragmenten waar die soorten in zitten.’

Dat is tijdrovend werk. Meeuwsen schat dat hij voor elke minuut film minstens een uur bezig is met de selectie van de juiste geluiden. Na het selecteren monteert de sound-designer die geluiden in de film en wordt de sound verder ingevuld en afgestemd. Meeuwsen is dol op dat creatieve teamwork. Daar komen dan nog de filmmuziek en de commentaarstem bij, die samen het geluid en de sfeer van de film bepalen. ‘Sound-design is bijvoorbeeld ook het achtergrondgeluid componeren, bijvoorbeeld het ruisen van een boom, het klateren van water. Natuurgeluid bestaat uit verschillende lagen, waaruit je een geheel componeert.’

Als niemand iets bijzonders hoort, heb ik het goed gedaan.

Grommend wild zwijn

Bij dat componeren heeft Meeuwsen een grote vrijheid. ‘En als je het goed hebt gedaan, hoort niemand het en valt het niet op. Maar een fout hoort iedereen. Dat is de paradox: als niemand iets bijzonders hoort, heb ik het goed gedaan.’ Veel van de gebruikte geluiden heeft Meeuwsen op de plank liggen. Na twintig jaar geluiden vangen, beschikt hij over een enorm archief. Toch is hij voor Wild nog tientallen keren naar de Veluwe getrokken om nieuwe geluiden op te nemen. ‘Burlende edelherten bijvoorbeeld, had ik tien jaar geleden al eens in het bos opgenomen. Maar dan zie ik die edelherten op het ruwe materiaal van de film in open terrein staan. En dat klinkt echt anders. In het bos heb je een andere akoestiek en dat horen mensen. Ik wil dat echt kloppend hebben en dus moet ik op pad, op zoek naar een nieuw geluid.’

Die uitstapjes leveren soms meer op dan waarvoor hij op pad ging. Neem het diepe grommende geluid van een wild zwijn dat hij opving. ‘Ik wist niet eens dat het bestond. Een heel diep onheilspellend geluid dat een zwijn maakte in de buurt van een opgestelde microfoon. Het bleek geluid te zijn dat ze maken als ze het niet helemaal vertrouwen. Nog nooit eerder gehoord.’ Of neem het geluid van een buizerd bij zijn nest met jongen. ‘Ik wilde de bedelgeluiden van jonge buizerds op hun nest. Bij het terugluisteren van de opname bleek naast het piepende bedelgeluid ook een soort binnensmonds gekerm te horen van de ouder. Steeds bij het opvliegen. Ik ken de betekenis niet, maar het geluid zit natuurlijk wel in de film.’

Zo’n anderhalf jaar was Meeuwsen met Wild bezig. Niet dagelijks, maar het was wel altijd op de achtergrond aanwezig. Leuk werk, vindt hij, maar ook wel dwingend. ‘Het legt toch een druk op je. Je moet presteren, leveren. Je moet de hele tijd beschikbaar zijn en bent daardoor gebonden. Na twee films is het nieuwe van het filmwereldje er wel een beetje af en wil ik meer toekomen aan eigen dingen. Ik ben graag zelf creatief en eigen baas.’ Zoals met de app BirdSound Europe, waarin uiteindelijk geluiden van alle Europese vogels te horen zullen zijn. En als de BBC belt: we gaan een half jaar naar Afrika en we willen jou als deel van de crew mee? ‘Tja, daar zou ik toch wel even over gaan nadenken.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.