Wetenschap - 12 september 2002
Column: Ontgroening vormt het karakter
Column: Ontgroening vormt het karakter
De aangesprokene antwoordde niet. Vastgebonden aan een X-vormig kruis, de naakte rug, billen en benen roodgestriemd, kon Diderik-Jan Teppema - die dit jaar was begonnen aan een rechtenstudie - alleen nog maar kreunen. "Laat me gaan", bracht hij uit. "Alsjeblieft."
"Dat kan niet", zei de praeses. "Zo zijn de regels. Feuten, die met hun ogen knippen als hun meesters hondenpoep in hun haar wrijven, verdienen straf. Als we dat niet doen, is het geen goede ontgroening. En zonder ontgroening krijgen we geen hechte band tussen de nieuwe leden."
De pijn van de zweepslagen die de praeses hem had toegebracht, de uitputting en de vernedering werden Teppema teveel. Zijn ogen draaiden weg en zijn hoofd zakte op zijn kin.
Uitenhage hees zich uit de lederen fauteuil en liep naar het bewusteloze lichaam van het aspirant-Ultimalid. Met zijn lamslederen handschoenen streelde hij de rug, de billen en benen van Teppema. "Volgend jaar lachen we hierom, Diderik-Jan", fluisterde hij. "Jij en ik. Dan zul je begrijpen dat je dit nodig hebt om een man te worden. Een echte kerel, niet zo'n Wagenings watje van Ceres."
Maximiliaan Uitenhage kuste Diderik-Jan zachtjes achter zijn linkeroor. | Willem Koert