Wetenschap - 16 mei 2002
Column: Maffia
Column: Maffia
En dan de Wageningse link. Komen we een keer op CNN, is het met moord. De Wageningse milieu-moord. En waarom maak ik me dan nog druk; waar doe je het dan voor? Moet dan iedereen die voorstander is van varkensflats voor zijn leven vrezen? Dat zal druk worden voor de milieu-maffia. En wat komt er dan na? Wie zullen we dan eens aanpakken? De praktijk van dierenbevrijders is al jaren geleden uit de hand gelopen; overigens zonder dat dit leidt tot enige reflectie vanuit het dierenwelzijn of milieudenken. Alsof het midden in een winterse nacht loslaten van duizenden pelsdieren nabij een drukke autoweg iets oplost. Het laat vooral zien (1) hoe kortzichtig je bezig bent, en (2) dat je gemakkelijker in het nieuws komt met onzin dan met weloverwogen oplossingen.
Er is een Deense onderzoeker die zijn studenten loslaat op milieu-statistieken. De conclusie is consequent dat er schaamtelijk mee gesjoemeld wordt, en dat het helemaal niet slechter gaat met het milieu. Het zou zelfs beter gaan. Dat laatste lijkt me ook een voorbeeld hoe je met statistiek kunt liegen, maar het eerste is iets dat natuurlijk zorgen zou moeten baren. Vooral als de milieu-activisten of Bpropagisten (laten we ze het voordeel van de twijfel geven) er zelf zoveel bij te winnen hebben dat het milieu verloedert.
Over verloedering gesproken. Je moet maar durven. Alsof er geen andere problemen zijn op deze wereld. Alsof het zo goed gaat in de probleemwijken van ons land. Ik kan het weten; ik ben speciaal niet naar de grote stad verhuisd. Net zoals zo velen van onze nationale politici woon ik in een mooi, rustig plaatsje. En dat is echt geen toeval. Ik weet heel goed wat ik wil ontlopen.
Ik schaam me dat ik sterke gevoelens voor het milieu heb. Dat ik heb gedacht dat het mogelijk moet zijn om landbouw te combineren met redelijke zorg voor dier, mens en milieu. Dat ik me daarvoor ingezet heb. Ik kan er gelijk bij vertellen dat mijn liefde danig bekoeld is. Waar een klein land toch klein kan zijn. Ik schaam me kapot.
Egbert Lev