Wetenschap - 20 juni 2002
Column: De vergadering
Column: De vergadering
Nog vreemder is het dat er tijdens een vergadering nauwelijks iets belangrijks gebeurt. Vroeger hoorde je nog weleens een vergadertijger, die een cursus effectief communiceren bij voorlichtingskunde had gevolgd, zeggen 'mag ik even' of 'mag ik misschien mijn zin afmaken.' Maar zelfs dat is er tegenwoordig niet meer bij. Want nu is brabbeltaal tijdens de vergadering de voertaal. De Fortuyniaanse kreet 'absoluut' is mateloos populair. Daarnaast wordt te pas en te onpas het modieuze woord 'sexy' door de mannelijke en vrouwelijke vergaderaars gebruikt. Wat ze daarmee precies bedoelen, is me niet geheel duidelijk, maar dat heb ik wel meer met deze vreemde taal. Wij gooien niet met schoenen zoals de Italianen. Wij schelden elkaar niet uit zoals de Duitsers dat zo voortreffelijk kunnen. Onze vergaderingen zijn het toppunt van verveling. Deze universiteit vormt hierop geen uitzondering op. Ik herinner me dat jaren geleden een psycholoog onder luid protest de bijeenkomst verliet en met de deur sloeg. Een gebeurtenis waar bij tijd en wijle nu nog door oudere medewerkers tijdens de koffiepauze in de Leeuwenborch over gesproken wordt.
Bij ons wordt de dwarsligger welwillend aangehoord. Zijn probleem wordt niet behandeld, maar wordt doorgeschoven naar de volgende vergadering. Onderzoekers hebben vastgesteld dat de vergadermanie toe te schrijven is aan de verzuiling en aan het poldermodel. De vergadering is een bezweringsritueel en zorgde ervoor dat tegenstellingen werden verdoezeld en dat de gulden middenweg kon blijven bewandeld. Ik geloof daar helemaal niets van. De populariteit van de vergadering in Nederland is vooral toe te schrijven aan de ongelofelijke saaiheid waaraan dit land en deze universiteit ten prooi zijn gevallen. Saaie mensen en saaie wetenschappers zoeken elkaar op, daarom vergaderen Nederlanders en Wageningers zo graag en zo veelvuldig.
Kees de Hoog