Wetenschap

Citizen Science wordt volwassen

Citizen Science wordt steeds meer een erkende wetenschappelijke methode. Universiteiten moeten daar meer rekening mee houden.
Roelof Kleis

Dat begint ermee door citizen science, of burgerwetenschap, als zodanig te erkennen als een wetenschappelijke methode. Dat betekent met name dat de huidige onderzoeksevaluatie op de schop moet. Dat zei de Utrechtse faculteitshoogleraar Geesteswetenschappen Wiljan van den Akker gistermiddag tijdens een drukbezocht symposium over citizen science bij de KNAW in Amsterdam. Nu komen citizen science-projecten er bij externe beoordeling van leerstoelgroepen nog bekaaid van af. Met name de sociale impact van burgerwetenschap wordt te weinig beloond in de beoordeling.

Diezelfde onderwaardering komt ook voor bij de verdeling van onderzoeksgelden, betoogde de Wageningse citizen science-pionier Arnold van Vliet (oa de Natuurkalender). Financiers weten vaak geen raad met citizen science-projecten. Dit terwijl citizen science als methode zo langzamerhand volwassen aan het worden is. Er bestaat sinds april dit jaar zelfs een (open access) wetenschappelijk journal voor: Citizen Science, theory and practice van uitgeverij Ubiquity Press.

Citizen Science moet uit het hokje van het amateurisme en vrijwilligerschap, betoogde voormalig KNAW-president en huidig universiteitshoogleraar in Utrecht Frits van Oostrom. Citizen Science is overigens niet nieuw. De Nederlandse woordenboeken, volgens Van Oostrom de beste in de wereld, zijn een product van nijvere vrijwilligers die jarenlang nauwgezet het gebruik van woorden en hun betekenis bijhielden. Van Oostroms vader was zo’n vrijwilliger. Dat werk zouden we nu citizen science noemen.

Citizen Science is machtig interessant en een grote kans voor de wetenschap

Frits van Oostrom

‘Door de professionalisering van de wetenschap is dat amateurisme op de achtergrond geraakt. Maar die fase zijn we nu voorbij’, constateert Van Oostrom. Het beste bewijs daarvoor is volgens hem het door de KNAW georganiseerde symposium. ‘Twintig jaar geleden zou dat volstrekt ondenkbaar zijn. Citizen Science is machtig interessant en een grote kans voor de wetenschap.’

Die stap vooruit heeft veel te maken met de ontwikkeling van de ict. Mensen kunnen tegenwoordig met hun smartphone fijnstofmetingen doen (iSPEX-project Universiteit Leiden), waarnemingen doorgeven (Natuurkalender, Wageningen UR) of vanuit huis ondertrouwactes rubriceren (Ja ik wil, Universiteit Utrecht). De moderne communicatiemiddelen maken dataverzameling mogelijk die tot voor kort ondenkbaar was. Wetenschappers beginnen dat steeds meer te ontdekken.

Het aantal projecten waar burgers aan mee kunnen doen, neemt snel toe. Op de site iedereenwetenschapper.nl, een platform van wetenschapsblad EOS en de Vlaamse Jonge Academie, staan op dit moment 70 projecten. Daarvan zijn er 20 uit ons land, 16 uit Belgie en 34 internationaal. Wageningen UR is dankzij de projecten van pionier Van Vliet en het recentgestarte project HappyHier goed vertegenwoordigd. Het NIOO heeft een paar projecten lopen en scoorde vorig jaar nog met het project bodemschatjes.

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.