© Shutterstock
CDA-Kamerleden zijn op bezoek geweest bij Berytech, een programma van Saint Joseph University in Beiroet dat start-ups in de landbouw ondersteunt. Het ministerie van Buitenlandse Zaken financiert dit programma en WUR is kennispartner. Dit programma is succesvol en moet in meer Arabische en Afrikaanse landen worden opgezet, vindt het CDA. De andere coalitiepartijen zouden een CDA-motie van die strekking ondersteunen.
Vanuit WUR is Startlife betrokken bij het Libanese project. ‘De landbouw in Libanon functioneert slecht’, zegt Gitte Schober van Startlife. ‘Het voedsel is van lage kwaliteit en bevat veel residuen en pesticiden. Met Berytech – dat is de Startlife van de Libanese universiteit – ondersteunen we jonge ondernemers die duurzame landbouw en precisielandbouw ontwikkelen. We zijn nu tweeënhalf jaar bezig en hebben al meer dan 50 start-ups ondersteund.’
Installatie
Een voorbeeld is het Libanese bedrijfje Cubex, dat een waterzuiveringsinstallatie heeft ontwikkeld op basis van Wageningse kennis. De installatie, die water zuivert, biogas produceert en compost maakt, is al operationeel in een vluchtelingenkamp voor Syriërs. Schober: ‘Cubex verhuurt ook installaties aan gebruikersgroepen, om bijvoorbeeld in een Libanees dorp aan te leggen. De oprichter gebruikt kennis van de Wageningse leerstoelgroep Milieutechnologie.’
We werken veel met goed opgeleide expats die terug gaan naar Libanon om de hopeloze situatie daar te verbeteren
Gitte Schober, Startlife
Het ondernemersklimaat in Libanon is verre van ideaal. Aangezien het land officieel nog in oorlog is met Israël en een Hamas-regering heeft, is er vrijwel geen handel mogelijk. De rijke elite is het land ontvlucht, de corruptie tiert welig, de belastingdruk voor ondernemers is extreem hoog. ‘Er is een systeemverandering nodig van onderaf’, zegt Schober. ‘We werken veel met goed opgeleide expats die terug gaan naar Libanon om de hopeloze situatie daar te verbeteren. Zij hebben een enorme drive.’
Strijkstok
Schober ziet een trend om ontwikkelingsgeld meer in lokale jonge ondernemers te steken. ‘Veel ontwikkelingsgeld gaat nog naar de overheid, maar dan weet je zeker dat er veel geld aan de strijkstok blijft hangen. Daarom zie je dat de Nederlandse ambassades vaker programma’s van grassroot-organisaties ondersteunen, waarbij je aan vraag-gestuurde kennisoverdracht kunt doen. Dat zie je in dit Libanese programma. De Libanese ondernemers komen naar Wageningen, kijken wat ze nodig hebben en gaan dan met Wageningse kennis aan de slag in eigen land. Daar ondersteunen wij ze dan weer bij.’