Wetenschap - 20 januari 2012
Bulte gaat impact ontwikkelingshulp meten
Ontwikkelingseconoom Erwin Bulte krijgt 1,6 miljoen euro van ontwikkelingsorganisaties om de resultaten van ontwikkelingsprojecten te meten. Hij richt zich op projecten van hulporganisaties als Oxfam Novib en Cordaid in Liberia en Congo.

Nederland besteedt jaarlijks bijna vijf miljard euro aan ontwikkelingshulp. Een kwart daarvan loopt via hulporganisaties als Oxfam Novib, ICCO, Hivos en Cordaid. Deze NGO's besloten gezamenlijk om hun hulpprojecten te laten beoordelen door wetenschappers. Het gaat om projecten die in 2011 zijn gefinancierd door het ministerie van Buitelandse Zaken. Sommige ontwikkelingsprojecten zijn nieuw, andere zijn een follow-up van eerdere projecten. In dat laatste geval wil Bulte snel een meting gaan uitvoeren om de resultaten tot dusverre te weten.
Bulte richt zich daarbij vooral op de meting van economische data en de effecten van de hulp op de zogenaamde Millennium Development Goals. Thea Hilhorst, hoogleraar Rampenstudies, beoordeelt de capaciteitsopbouw van projecten in Congo en kijkt naar lokaal bestuur en beleid. Het CDI gaat de capaciteitsopbouw in Liberia onderzoeken. Met de subsidie wordt één promovendus aangesteld die onderzoek gaat doen in Congo. Veel geld gaat naar studenten van universiteiten in Liberia en Congo, die data gaan verzamelen in honderden dorpen.
Deze onderzoeksopdracht sluit aan bij de Vici-subsidie die Bulte eind 2010 ontving. Hij kreeg toen 1,5 miljoen euro van NWO om de impact van landbouwprojecten in meerdere Afrikaanse landen te meten.