Wetenschap - 26 januari 2010
Boeren drijvende kracht achter ontbossing in Amazone
Kleine boeren die land pachten van de Braziliaanse overhead, leveren een grote bijdrage aan ontbossing in de Braziliaanse staat Rondônia in het Amazone gebied. In de meeste landbouwprojecten is inmiddels meer dan vijftig procent van het gebied ontbost. De Braziliaanse Forestry Code staat een ontbossing van slechts twintig procent toe op landbouwbedrijven in de Amazone.

(INCRA) in agrarische projecten. Soler beoordeelde het landgebruik van de bedrijven in 2000 en 2008.
Binnen de landbouwprojecten steeg de ontbossing in die acht jaar gemiddeld van 62 naar 78 procent. De ontbossing buiten de landbouwprojecten steeg van 27 tot 40 procent. In deze laatste gebieden zitten vooral middelgrote boeren (240-1000 hectare) en grote boeren (meer dan duizend hectare). De grote boeren buiten de landbouwontwikkelingsgebieden nemen doorgaans grotere happen uit het regenwoud, maar omdat ze verspreid liggen staat daar nog meer bos overeind. Volgens de Forestry Code mogen boeren in het Amazone gebied maar twintig procent van het bos op hun land kappen.
Knabbelen
Soler maakt onderscheid tussen oude en nieuwe landbouwprojecten en constateert dat er in het begin van de projecten meer ontbossing plaatsvindt. Daarna knabbelen de boeren steeds kleinere stukken bos weg, vooral om de versnipperde landbouwpercelen te verbinden. De staat is inmiddels een belangrijke melkproducent in Brazilië. Ook leveren de bedrijven kalveren aan de vleesindustrie.
De snelheid van de ontbossing neemt af, zegt Soler. Grote delen van Rondônia zijn inmiddels landbouwgebied of beschermd bos. ‘De ruimte voor expansie neemt af door de beperking van de publieke ruimte.’ In tegenstelling tot andere gebieden in de Amazone is illegale houtkap door speculanten geen belangrijke oorzaak van ontbossing, stelt Soler.
Drijvende kracht
De boeren zijn de drijvende kracht achter de ontbossing. Bij de start van de projecten moesten ze ontbossen, om bij INCRA aan te tonen dat ze veeteelt gingen bedrijven. Nog steeds vinden veel boeren dat ze al hun land voor landbouw moeten kunnen gebruiken, voor het bos zijn immers reservaten ingericht. ‘De Forestry Code is niet langer realistisch voor Rondônia’, zegt Soler. ‘Behoud van twintig procent bos in de projecten is veel realistischer.’
Handhaving van de regels blijkt in praktijk niet eenvoudig. Soler is voorstander van een nieuwe policy, waarbij boeren het percentage bos op hun land moeten doorgeven aan de regering. Na controle of dat percentage klopt, kan de overheid landbouwsubsidies verlenen aan de bedrijven onder de voorwaarde dat ze niet meer ontbossen. Doen ze dat toch, dan moeten ze de subsidie terugbetalen en krijgen ze een boete. Zo’n aanpak speelt in op de wens van de boeren om hun productie te intensiveren, zegt Soler, waardoor behoud van het resterende bos kansrijker is.