Foto: Laborczi Annamária
Het online platform moet de collectie voor een bredere groep toegankelijk maken, vertelt curator Stephan Mantel. ‘Nu komen veel groepen uit Duitsland en in mindere mate uit Engeland en België hier om alle bodems van de wereld te zien.’ Studenten en professionals die veel met bodems werken. Zulke interesse bestaat ook in landen verder weg, denkt Mantel. Met de digitalisering wil hij praktische obstakels wegnemen voor een bezoek.
Virtuele bezoekers kunnen ook door een groot deel van de collectie – bodemprofielen maar ook naslagwerken – bladeren die niet in het museum staat. Alle bodems staan inmiddels online, zegt Mantel maar er wordt nog steeds gewerkt aan het ontsluiten van alle literatuur. In het virtuele museum zijn bodemprofielen waar mogelijk ‘verrijkt’ met extra informatie. Bezoekers kunnen inzoomen op kleine details als wortels en poriën. Ook klik je voor achtergrondinformatie en soms zelfs filmuitleg.
Mantel ziet dan ook veel meer voordelen aan de digitalisering. De tools zijn ook te gebruiken voor bezoekers die wel fysiek een tour maken door het museum, en Nederlandse onderzoekers of studenten in Nederland. Zij kunnen hun eigen collecties samen stellen en vergelijkingen maken. Ook hoopt Mantel dat na vertaling in het Nederlands het museum meer algemeen publiek gaat trekken. Nu is het museum alleen op woensdagmiddag voor iedereen open, maar dat wordt mogelijk uitgebreid. ‘We willen hiervoor een groep vrijwilligers opleiden.’
Bodemkunst in Isric
Zonder bodem geen leven