Wetenschap - 1 januari 1970
Biologische invasies slagen door gebrek aan ‘ondergronds verzet’
Het ontbreken van ondergrondse natuurlijke vijanden, zoals schimmels en aaltjes, kan er voor zorgen dat uitheemse planten een ware plaag gaan vormen. Om zulke biologische invasies te voorkomen, zullen we ons meer moeten verdiepen in de interacties tussen de boven- en onderwereld, vindt bijzonder hoogleraar Functionele biodiversiteit prof. Wim van der Putten.
Van der Putten, tevens verbonden aan het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) in Heteren, bestudeerde vorig jaar samen met Amerikaanse collega’s het opmerkelijke uitblijven van bodemziektes bij de Amerikaanse vogelkers in Nederlandse bossen. ,,In Noord-Amerika, waar deze boom van nature voorkomt, zorgen ziekteverwekkende schimmels in de bodem onder de boom dat de kiemplanten afsterven, waardoor een nieuwe boom zich niet dichter bij een oude boom kan ontwikkelen dan op zo’n veertig meter afstand. In Nederland kan dat al op zo’n vijf meter afstand en dat is nu precies de reden waarom wij zo’n last hebben van de Amerikaanse vogelkers’’, aldus Van der Putten.
Biologische invasies kwamen in het verleden vooral voort uit introducties van soorten van andere continenten, maar door klimaatsverandering zullen ze nu ook vaker spontaan gaan optreden vanuit Zuid-Europa, waarschuwt Van der Putten. De opmars van de Amerikaanse vogelkers toont aan dat interacties tussen planten en bodemorganismen een belangrijke rol spelen bij vegetatieontwikkeling. Fundamentele kennis over die zogeheten multitrofe interacties in het boven- en ondergrondse voedselweb is volgens hem van groot belang voor natuurbeheer, duurzame landbouw en gewasbescherming. De natuurlijke opeenvolging van planten (successie) en de noodzaak tot vruchtwisseling in de landbouw kunnen grotendeels door deze interacties worden verklaard.
Nematoden, piepkleine wormvormige diertjes die ook wel aaltjes worden genoemd, spelen vaak een sleutelrol in het bodemvoedselweb. Er komen wereldwijd wel zo’n honderd- tot vijfhonderdduizend soorten aaltjes voor en de plaatselijke biodiversiteit van de nematoden is een goede indicator voor verstoringen in het milieu. Het herkennen van verschillende nematoden is echter specialistenwerk, maar Van der Putten ziet mogelijkheden de routinematige identificatie te automatiseren. ,,Het ligt binnen handbereik om aan de hand van DNA-patronen de soortensamenstelling en aantalsverdeling van de nematoden in grondmonsters te bepalen. De biodiversiteit van nematoden kan dan via moleculaire detectietechnieken worden gebruikt voor biologische bodembeoordelingen’’, meent Van der Putten.
Hij ziet tal van toepassingen voor zo’n ‘bodembiodiversiteitsthermometer’. Het voortbestaan en de digitale ontsluiting van de unieke nematodencollectie van de leerstoelgroep Nematologie is hiervoor uiterst belangrijk. ,,We moeten investeren om te zorgen dat die ook voor de toekomst behouden blijft. Taxonomisch werk is ondankbaar als het om citaties gaat, maar is onontbeerlijk voor het werk aan biodiversiteit.’’ | G.v.M.