Wetenschap - 1 januari 1970
Akkerranden goed voor soortenrijkdom
Het aanleggen van akkerranden langs sloten, en het maaien en vervolgens afvoeren van het maaisel ervan, zorgt ervoor dat de biodiversiteit stijgt. Er groeien meer soorten grassen en kruiden, blijkt uit langdurig veldonderzoek door Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO).
De werkwijze heeft resultaat. Het aantal plantensoorten is in vier jaar met een kwart toegenomen. De bedekkingsgraad van overblijvende kruiden is in drie jaar gestegen van 28 naar 92 procent. En de hoeveelheid eenjarige kruiden is gelijk of lager dan zonder akkerrandenbeheer. In de praktijk zal er wel zo nu en dan pleksgewijs gespoten moeten worden met bestrijdingsmiddelen tegen heftig groeiende distels of ridderzuring, want die zijn anders moeilijk in toom te houden, is gebleken.
De akkerranden maakten deel uit van een bedrijfsnatuurplan voor vier akkerbouwbedrijven. Het doel was drieledig, vertelt Hopster. 'Aan de ene kant leg je een ecologisch netwerk aan met bijvoorbeeld wilgenbosjes als zogenaamde stapstenen. Je doet aan milieuvriendelijk beheer, omdat de randen een buffer vormen voor drift van bestrijdingsmiddelen naar de sloot. En je zorgt er tegelijkertijd voor dat de natuurelementen in de bedrijfsvoering passen. De randen moeten goed te beheren zijn en een toename van de hoeveelheid onkruid in de akker is ongewenst.' / MW