© PixabayIn hun verkiezingscampagnes pleitten CDA en ChristenUnie al hartstochtelijk voor een terugkeer van de basisbeurs, in elk geval voor bachelorstudenten. Dit nadat VVD en D66, samen met PvdA en GroenLinks, eerder de basisbeurs schrapten om meer geld aan het hoger onderwijs te kunnen besteden. Het compromis is nu een verlaging van het collegegeld.
Met een korting in het eerste studiejaar willen de partijen het hoger onderwijs toegankelijk houden voor studenten die niet zoveel geld hebben en onzeker zijn of ze hun studie wel aankunnen. Onder meer het verdwijnen van de basisbeurs zou voor sommige groepen studenten – zoals mbo’ers – de stap naar het hoger onderwijs moeilijker maken. In het eerste jaar na het afschaffen van de basisbeurs gingen inderdaad minder jongeren studeren, maar in het jaar erna trok dat weer enigszins bij. Ook dit studiejaar gingen er weer meer jongeren studeren.
Het afschaffen van de basisbeurs stuitte destijds op fel verzet van de twee landelijke studentenorganisaties LSVb en ISO. Met hun achterban werd er gedemonstreerd op het Malieveld. Ook daarna lieten beide organisaties geen gelegenheid voorbij gaan om voor een terugkeer van de beurs te pleiten. In een eerste reactie noemt ISO-voorzitter Rhea van der Dong het verlagen van het collegegeld met duizend euro voor eerstejaars ‘pure symboolpolitiek’. ‘Als je ziet dat studenten gemiddeld een studieschuld van twintigduizend euro aan moeten gaan, is dit echt een heel schrale troost.’