Wetenschap - 20 juni 1996
Voedingsvoorlichting
Voedingsvoorlichting
Hiddink stuurde een vragenlijst naar duizend Nederlandse artsen die reeds vijf tot vijftien jaar een praktijk hadden. Hierin werd hun betrokkenheid bij voedingsvoorlichting geinventariseerd. Daarnaast onderzocht hij bij welke voedingsinformatiebronnen consumenten te rade gaan met vragen over hun voeding.
Bij huisartsen blijken grote barrieres de voedingsvoorlichting aan hun patienten in de weg te staan. Ze hebben weinig tijd om voedingszaken tijdens het spreekuur te behandelen, hebben geen voedingsopleiding of -training gevolgd en menen dat patienten weinig gemotiveerd zijn om hun leefstijl of voedingspatroon te veranderen. De helft van de huisartsen geeft slechts aan vijf procent van de patienten voedingsinformatie.
Consumenten daarentegen zien de huisarts als een belangrijke informatiebron. Van de elf voedingsinformatiebronnen worden de huisarts, de dietist en het Voorlichtingsbureau voor de Voeding als meest waardevol aangemerkt. Huisartsen zouden veel meer kunnen doen aan voedingsvoorlichting, stelt de promovendus. Verder onderzoek naar hun voorlichtingsgedrag is volgens hem nodig om de effectiviteit van die voorlichting te vergroten.