Wetenschap - 9 november 1995
Vilitzer, Netwerk
Vilitzer, Netwerk
Ik ben nooit gekort, ben na mijn afstuderen in plaats van intensief te solliciteren maandenlang op vakantie gegaan. Ik was en ben nog steeds totaal gedesorienteerd op de arbeidsmarkt. Bovendien blonk mijn netwerk ook niet echt uit in kwaliteit: een vader in de AOW, drie ooms in de WAO, handenvol ex-afdelingsgenoten met de nadruk op ex, talloze studiegenoten bezig met een omscholingscursus tot systeembeheerder en brandweerman; overspannen begeleiders die zich uit therapeutische overwegingen thuis gingen toeleggen op boekenleggers fabriceren, en zwaar ontevreden belangrijke mannen op diverse door mij aangedane stage-adressen. Daarbij was ik altijd lid van Unitas geweest.
Dit pseudonetwerk leek mij geen enkel probleem. Zolang zich er maar een andere werkloze in bevond, die tijdens mijn vele vakanties gele briefjes bij de sociale dienst deponeerde, voorzien van een redelijk lijkende handtekening. Dan had ik geen zorgen. Fout. Helemaal fout.
Want na vakantie nummer zes - China; mooi land, aardige mensen - was het geld op. Toen bleek de enige enigszins deugdelijke schakel in mijn aan alle kanten rammelende netwerk een gereformeerde tante uit Schipluiden te zijn; kinderloos en getrouwd met een tuinder in tomaten. En dus verdween deze ingenieur voor jaren in de kassen. Spijt, spijt, spijt. Had de sociale dienst mij maar gekort, hadden ze mijn netwerk maar nagekeken.
P.S. Dat ik thans op deze plaats iedere week een stukje mag schrijven, is toeval. Dat ik daar bovendien een financiele vergoeding voor krijg, al helemaal.