Wetenschap - 19 september 1996
Universiteiten vrezen strop van zestig miljoen
Universiteiten vrezen strop van zestig miljoen
Een wachtgelduitkering is opgebouwd uit een loongerelateerd deel en een vervolguitkering op bijstandsniveau. De hoogte van het loongerelateerde deel hangt af van het aantal dagen dat een werknemer de afgelopen vijf jaar heeft gewerkt. Ook het aantal jaren dat dit deel wordt betaald hangt daarvan af.
Sinds 1 augustus zijn de regels voor de BWOO gewijzigd. De duur van deze uitkering wordt ingekort; in sommige gevallen wordt de uitkering zelfs twaalf maanden eerder gestopt. In ruil daarvoor ontvangen wachtgelders eerder een vervolguitkering op bijstandsniveau.
De wijziging zou, volgens het ministerie, voor de universiteiten gunstig uitpakken. Daarom kregen ze dit jaar alvast een korting op van 1,8 miljoen gulden. Volgend jaar bedraagt de korting 6,5 miljoen gulden.
De VSNU, de vereniging van universiteiten, is er altijd van uitgegaan dat de wetswijziging zou gelden voor personeel dat na 1 augustus wachtgelder is geworden. Het ministerie denkt daar echter anders over en vindt dat ook oude wachtgelders, die op of na 1 augustus een vervolguitkering krijgen, onder de nieuwe regeling vallen. Hun vervolguitkering, redeneert het ministerie, moet eveneens met een jaar worden verlengd.
Volgens een schatting van de VSNU kost de tegenvaller de universiteiten tot het jaar 2000 in totaal zestig miljoen gulden. De VSNU vreest dat dit bedrag nog met twintig miljoen gulden zal oplopen, omdat de administratie van de Uszo - de uitvoerder van de uitkeringen - de afgelopen jaren zeer onoverzichtelijk is geweest.