Wetenschap - 5 januari 1995
Student, Ruud
Student, Ruud
Ik kwam bij deze stage via de Werkgroep Milieu en Derde Wereld. Die hadden precies een onderwerp waarin ik mijn ei kwijt kon. Ik doe Milieuhygiene, vrije orintatie, met een zwaartepunt bij bodem en drainage. Ik heb me ondermeer gericht op geschikte stortplaatsen van het voornamelijk organische afval.
Ik wil graag nog eens naar het buitenland. Ik kwam nu nogal onvoorbereid aan. Daarom was de ervaring blank te zijn en steeds daarmee geconfronteerd worden een cultuurshock. Constant word je gevraagd om bier of geld.
Ik werkte daar in een projectgroep met nog enkele milieuoers en een studente Sociale geografie uit Amsterdam. Dat lijkt voor een projectgroep weinig verschillende disciplines, maar een milieustudent bracht veel sociologische kennis in en ik dus bodemkundige kennis.
Die interdisciplinariteit bleek een utopie. Wel het nastreven waard, maar in praktijk lastig te realiseren. Multi-disciplinair onderzoek gaat nog wel, maar het daadwerkelijk tot een integrale onderzoeksaanpak en aanbevelingen komen .... Je moet steeds iedereen bij elkaar houden, bijsturen, gegevens uitwisselen en de centrale vraag opnieuw aan de orde stellen. Ik vind niet dat je die integratie aan de politiek moet overlaten. Juist pogingen om als onderzoeker je eigen disciplinaire hoekje te verlaten zijn belangrijk.
Ik ga nu een afstudeervak doen of stage lopen: misschien wel bij een DLO-instituut. Tijdens mijn vorige afstudeervak liep ik veel tegen literatuur van DLO-onderzoekers aan. Ik heb nog tot augustus. Dat moet genoeg zijn; ik ben nu eenmaal niet iemand die jaren vooruit plannen maakt. Bovendien moest ik nog bijkomen van de overgang tussen Kameroen en Nederland. Daar staat de zon recht boven je, terwijl hier de zon absurd laag staat.