Wetenschap - 21 maart 1996
Ritzen wil extra geld voor universiteiten
Ritzen wil extra geld voor universiteiten
Aan de Landbouwuniversiteit was in 1994 twintig procent van het door de universiteit gefinancierde personeel jonger dan 34 jaar. In deze groep bevinden zich de eigen aio's met een tijdelijke aanstelling. Eenenvijftig procent van het eigen personeel was in 1994 ouder dan 45.
Van het totale personeelsbestand, dus inclusief door derden betaalde personen, had in 1994 ongeveer tweederde een vaste aanstelling. Aan de universiteiten groeit het gat tussen enerzijds jongeren met tijdelijke aanstellingen (zoals aio's) en anderzijds verouderend wetenschappelijk personeel in vaste dienst. De universiteiten willen daarom de mobiliteit van hun personeel vergroten, om ruimte te maken voor doorstromende jongeren.
Minister Ritzen vindt de vergrijzing een ernstig probleem en wil zich hard maken voor extra middelen. Aan de hand van de cijfers over de leeftijdsopbouw van het universitair personeel beoordeelt hij of hij op grond daarvan extra geld kan vragen aan het ministerie van Financien, dat de eerste voorbereidingen treft voor de rijksbegroting van 1997.