Organisatie

LOWI-rapport illustreert integriteit statiegeldonderzoekers

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) heeft haar rapport over het Wageningse statiegeldonderzoek gepubliceerd. Dat illustreert het eindoordeel dat het LOWI twee weken geleden al naar buiten bracht, namelijk dat de betrokken onderzoekers integer en onpartijdig hebben gehandeld. Ook staan er enkele interessante nieuwtjes in.
Albert Sikkema

Foto: Shutterstock

Zo blijkt uit het LOWI-rapport dat onderzoeker Ulphard Thoden van Velzen in 2012, nadat een onvolledige conceptrapportage was uitgelekt naar de staatssecretaris van milieu, weigerde om snel een betere versie te maken van dat rapport. Maar zijn leidinggevende en opdrachtgevers voerden zodanige druk uit dat hij het rapport toch maakte. Daarin zaten, evenals in het concept, fouten. Ook werden opnieuw de opdrachtgever en financiers van het onderzoek niet genoemd. Dat was onzorgvuldig, oordeelt het LOWI. Thoden van Velzen had de opdracht moeten weigeren en zich duidelijker van het uitgelekte concept moeten distantiëren, aldus het LOWI. Later zette hij de fouten trouwens alsnog recht in de derde, definitieve versie van het rapport.

Belangrijkste kritiek van de klagers in deze integriteitszaak is dat de twee betrokkenonderzoekers het standpunt van de opdrachtgever – ‘statiegeld is de slechtste vorm van recycling van plastic flessen’ – met onderzoek moesten onderbouwen en dat de conclusie van tevoren vaststond. Die kritiek klopt niet, constateert het LOWI. De rapporten van WUR beoogden slechts een beschrijving van het statiegeldsysteem te geven en zijn niet geschreven om het standpunt van de opdrachtgevers te onderbouwen, stelt het LOWI. Ook vindt het orgaan geen aanwijzingen van daadwerkelijke invloed van de opdrachtgevers op de inhoud van het rapport en de handelwijze van de onderzoekers.

Het LOWI heeft eerst het onderzoek van de Wageningse Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) beoordeeld en vastgesteld dat de CWI ‘onpartijdig en uitgebreid onderzoek heeft verricht’. Daarna heeft het LOWI de critici, die bij het landelijke orgaan in beroep gingen, de gelegenheid geboden om gaten te schieten in het CWI-onderzoek. Twee van de drie partijen haakten daarop af. De overgebleven criticus heeft tekstpassages uit presentaties en mailtjes van de onderzoekers en opdrachtgevers laten zien. Die passages suggereren veel, maar onderbouwen de claim van ondeugdelijk en vooringenomen onderzoek niet, oordeelt het LOWI.

Het laatste kritiekpunt van de klagers is dat Thoden van Velzen actief de pers zocht om uit te dragen dat statiegeld geen goed systeem was. Daarmee doelen ze op een dubbelinterview in dagblad Trouw in 2012, waarin Thoden van Velzen wordt opgevoerd als tegenstander van statiegeld. Maar de onderzoeker beklaagde zich hier juist over toen hij het conceptartikel onder ogen kreeg. Hij wilde kennis aandragen en geen stelling nemen, blijkt uit een mailwisseling tussen Trouw en de onderzoeker. Toch voerde Trouw hem als tegenstander op. Het LOWI vindt dat hij niet kan worden beschuldigd van partijdigheid.

De LOWI-uitspraak

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.