Wetenschap
Kopstukken

Bioloog met een missie

Een portret van Arnold van Vliet, Wageningens bekendste bioloog, gaat natuurlijk over de natuur. Maar nog onvermijdelijker over impact. Over Science for Impact en de wil om het verschil te maken.
Roelof Kleis

Wageningse kopstukken: Arnold van Vliet

Het jaar is nog niet voorbij, we moeten nog een maandje. Maar nu al staat vast dat 2014 een uitzonderlijk jaar was voor de natuur. ‘Een spectaculair jaar’, zegt Arnold van Vliet beslist. En hij kan het weten. Als geen ander in ons land neemt hij de natuur de pols. Als een soort dokter. En de patiënt heeft verhoging: 2014 wordt het warmste jaar ooit. ‘Dat wil zeggen, sinds de metingen zijn begonnen.’ Je hoeft maar naar buiten te kijken om te zien wat dat betekent. Het is eind november, veel bomen zitten nog in het blad, de herfst is nog steeds niet afgelopen. Terwijl die toch zo vroeg begon. ‘In augustus begon de bladverkleuring al. Veel eerder dan we hadden gedacht’, legt Van Vliet routineus uit. Hij heeft het kort voor het gesprek nog uitgelegd aan Vara’s Vroege Vogels, zijn vaste spreekbuis op de zondagochtendradio. ‘De laatste jaren zagen we dat de herfst juist verder naar achteren schoof. Maar augustus was plotseling koud, waardoor de herfst begon. De hoge temperaturen daarna vertraagden de bladverkleuring en inmiddels is het een late herfst geworden.’

Dat is dus wat Van Vliet doet. Hij bestudeert veranderingen in de timing van jaarlijks terugkerende verschijnselen in de natuur. Fenologie, in biologentaal. En dan vooral het effect van klimaatverandering op die timing. Hij doet daarbij een voortdurend beroep op de kennis van de massa. Waarnemingen van u en mij over de natuur in onze eigen omgeving. Van Vliet heeft van dit citizen science zijn specialisme gemaakt. Wetenschap bedrijven samen met het publiek. Er zijn waarschijnlijk weinig mensen in ons land die nog nooit van de Natuurkalender hebben gehoord, van de Muggenrader, de Tekenradar, de Allergieradar of de Splashteller. Succesnummers uit Van Vliets repertoire.

Die bewering is makkelijk te staven. Van Vliet houdt zijn media-activiteiten nauwgezet bij. Al jaren berekent hij op basis van oplagecijfers en kijken luistergegevens zijn ‘bereik’ via de media. Het jaar 2014 was ook wat dit betreft een topjaar. ‘Vorig jaar was een record met 200 miljoen mensen. Ik zit nu, met nog anderhalve maand te gaan, al op 280 miljoen mensen.’ Voor de goede orde: dat zijn dus geen ‘unieke bezoekers’, maar lezers, kijkers en luisteraars die zijn boodschappen hadden kunnen zien of horen. Voor dat succes dit jaar zijn een paar verklaringen. Van Vliet: ‘We hebben dit jaar de Groenmonitor van Alterra in de media gezet en de Muggenradar, samen met het Laboratorium voor Entomologie. Dit is het jaar van de berkenwants en de Suzuki-fruitvlieg. Daar komt bij dat 2014 wat weer betreft een bijzonder jaar is. Verder wordt Natuurbericht.nl, onze natuurnieuwssite, steeds meer door journalisten gebruikt als een betrouwbare bron over de natuur. Alles wat we daar op zetten, is in feite een persbericht.’

'Als je geen massa's op de been kunt brengen dan wordt het lastig'

CITIZEN SCIENCE

Van Vliet ontdekte de kracht van citizen science al in zijn studententijd in Wageningen. ‘Voor een afstudeervak bij het IBN (nu Alterra) kwam ik in contact met de archieven van het Nederlands Fenologisch Waarnemingsnetwerk. Stapels ordners met waarnemingen van mensen sinds 1868. Bij analyse van die gegevens zie je dat er een heel duidelijk effect is van de temperatuur op wat er om je heen gebeurt. Fenologie blijkt een hele goede indicator voor veranderingen in de natuur als gevolg van veranderingen in weer en klimaat. Op basis van waarnemingen van vrijwilligers krijg je een goed beeld van hoe een jaar eruit ziet en hoe het zich verhoudt tot andere jaren.’ Op zoek naar de vraag hoe de natuur op wereldschaal verandert, knutselde Van Vliet vervolgens op zijn Haarwegkamertje een e-mail listservice in elkaar.

‘Een verzendlijst eigenlijk, om de internationale communicatie tussen fenologen te verbeteren. Als student was ik op die manier heel snel een schakel in het systeem. Dat je op die manier ideeën kunt uitwisselen en de wetenschappelijke wereld kunt mobiliseren, opende voor mij de ogen.’ Die ervaring vormde de basis voor de ontwikkeling van een door Brussel gefinancierd Europees fenologienetwerk. Een persbericht daarover bracht Vroege Vogels over de vloer. ‘Dat programma had in het verleden een fenolijn gehad. Of het niet aardig zou zijn om dat samen met Van Vliet weer op te pakken? Wist ik veel dat wekelijks een half miljoen mensen naar Vroege Vogels luisteren. Ik had er nog nooit van gehoord. Wat wil je, zondagochtend tussen acht en tien uur? Hallo, ik was net afgestudeerd.’ Een eerste oproep leverde tweeduizend reacties op. De rest is geschiedenis.

Van Vliet haalt vaak en makkelijk de media. Dat is een talent, maar er zit ook een duidelijke strategie achter. ‘Kijk, ik wil bepaalde doelen realiseren met mijn werk. Voor Natuurkalender bijvoorbeeld willen we de timing van de natuur monitoren en de effecten van de klimaatverandering daarop. We willen de ecologische en sociaaleconomische gevolgen van die veranderingen in kaart brengen en de tools ontwikkelen zodat mensen zich kunnen aanpassen. Media-aandacht is een cruciaal onderdeel van het proces van citizen science. Die aandacht is de motor voor het verkrijgen van waarnemingen en financiering. Als je geen massa’s op de been kunt brengen dan wordt het lastig.’

JAN-JUST BOS

Impact is het sleutelwoord bij alles wat Van Vliet onderneemt. Als kleine jongen in Haastrecht was hij helemaal niet zo’n uitgesproken natuurliefhebber. Het waren de verhalen over de bedreiging van de natuur en de sterke afname van de biodiversiteit die hem de kant van de biologie opdreven. ‘Natuurdocumentaires op televisie eindigden altijd in mineur. Nog steeds eigenlijk. Als middelbare scholier drong het besef bij mij door dat het de verkeerde kant op ging. Op een gegeven moment heb ik toen bij mezelf gezegd: ik wil persoonlijk een significante bijdrage leveren aan het oplossen van die problemen. Ik wil gewoon het verschil kunnen maken.’ Zijn keuze voor Wageningen was snel gemaakt. ‘Op de televisie had je in die tijd het programma Ja Natuurlijk met presentator Jan-Just Bos. Die liep hier gewoon rond!’

Zijn bekendheid in de media heeft van Arnold van Vliet een ambassadeur gemaakt, zowel voor zijn vakgebied als Wageningen UR. Maar die focus op de media heeft ook een prijs. Met een index van H=11 is Van Vliets wetenschappelijke impact bescheiden. Hij publiceert te weinig. ‘Je hebt zeker met Rik gesproken’, kaatst hij de opmerking terug. Rik Leemans is collega en baas van Van Vliet bij de leerstoelgroep Milieusysteemanalyse. Van Vliet kent de kritiek, maar hij kan er niet zoveel mee. ‘Ja, ik kan meer wetenschappelijke artikelen publiceren.

Maar wat schiet ik er mee op, kijkend naar het hogere doel dat ik mezelf heb gesteld? Er zijn verschillende manieren om impact te genereren. Je kunt een wetenschappelijke carrière opbouwen en alles daar op toespitsen. En dan ben je een topwetenschapper met publicaties in Nature en Science. En dan? Ik vind de maatschappelijke impact van een optreden in het NOS-journaal vele malen belangrijker dan een extra wetenschappelijk artikel. Ik word er gelukkig van dat door mijn werk met de Tekenradar jaarlijks tig minder mensen de ziekte van Lyme oplopen en we de problematiek beter begrijpen. Dat doet me gewoon heel goed. Ik vind het mooi dat je dat kunt realiseren.’

In het academische wereldje maakt die maatschappelijke focus Van Vliet tot een buitenbeentje. Ondanks al zijn verdiensten voor de universiteit zit een promotie er daarom niet in. Tenure track voorziet niet in buitenbeentjes. ‘Dat is een manco van het systeem, waar ik tegenaan loop. Bij visitaties van onderzoeksscholen is maatschappelijke relevantie een van de hoofdonderwerpen in de beoordeling. Daar scoort onze groep maximaal. Dat is ook een van de redenen waarom ik die maatschappelijke impact zo goed bij hou. Maar tenure track waardeert dat niet. Ik vind dat daar eens ernstig naar gekeken moet worden. Wij willen toch dialoog met de samenleving?

Nou, het kost gewoon heel veel tijd om die dialoog aan te gaan. Maar op dit moment is dat in de systematiek van beoordeling niet zichtbaar te maken. Daar baal ik best wel van, maar ik heb me er bij neergelegd. Ik trek mijn eigen plan wel.’

WERELDWIJDE NIEUWSDIENST

Dat plan brengt Van Vliet binnenkort over de grenzen. Komend voorjaar wordt Nature Today gelanceerd, een soort internationale versie van Natuurbericht. Zijn droom, noemt hij het zelf. ‘De droom van een wereldwijde nieuwsdienst voor natuur. Er worden internationaal zoveel data gegenereerd waar niks van naar buiten komt. Er ligt zoveel potentie. Er zijn zoveel vragen van journalisten, die ook niet weten wie ze moeten bellen over wat er allemaal speelt.’ Nature Today moet een platform worden voor wetenschappers en hun verhalen.

Want wie leest nou al die wetenschappelijke artikelen, vraagt Van Vliet zich hardop af. ‘Wetenschappelijke artikelen spelen een fundamentele rol in het wetenschappelijke proces. Absoluut. Maar gewone mensen lezen ze niet. Wetenschappers zelf lezen bijna geen wetenschappelijke artikelen meer. Ik denk zelfs dat ze met hun verhaal meer collega’s bereiken via een platform als Nature Today. Je wilt als wetenschapper toch dingen veranderen? Je wilt toch kennis genereren waar de samenleving wat mee kan. Vertel dan ook wat er is.

tekst: Roelof Kleis / fotografie: Guy Ackermans

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.